Je zou het gerust zijn levenswerk mogen noemen: de cd-verzameling van de 80-jarige Aart Roest uit Hoorn. Op de bovenverdieping van zijn huis stalt hij maar liefst twaalfduizend cd’s. Maar nu Aart verhuist naar een gelijkvloerse woning, breekt het moment aan waarop hij afscheid moet nemen van zijn muzikale schatkamer. Zijn grootste wens? Iemand vinden die dezelfde liefde voor muziek koestert én de verzameling in ere wil houden.
Aart was vroeger al gek op muziek en had een behoorlijke muziekcollectie, maar toen hij in 2002 programma’s ging maken voor Radio Hoorn ging het snel. Zijn collectie explodeerde: van Jan Smit tot ABBA, maar vooral klassiek vult zijn kasten – en zijn hart. “Ik kan hier zo ontzettend van genieten.”
Symfonieën van Mahler
Vooral de verschillende uitvoeringen van hetzelfde muziekstuk vindt Aart interessant. “Ik heb van de symfonieën van Mahler wel tien verschillende versies compleet. Dat kun je veel noemen, maar in elke uitvoering hoor je net weer andere dingen. Om die verschillen te kunnen ontdekken, dat vind ik prachtig.”
Nu hij gaat verhuizen naar een gelijkvloerse woning, is het tijd om afscheid te nemen van zijn imposante cd-collectie. “Ik heb er geen ruimte meer voor en ik hoop dat er iemand is die er net zo van geniet als ik. Iemand die ook de collectie bij elkaar wil houden. Als iemand er liefde voor heeft, mag het ook voor niks weg.”
Tekst gaat verder onder de foto.
Ondanks zijn flinke verzameling koopt Aart nog altijd cd’s. “Spotify is niks voor mij, dat is een verdienmodel. Dan ben je afhankelijk van wat zij op internet zetten. Of dat klopt, is maar de grote vraag. Daar heb je met cd’s geen last van. Ik wil niet betalen voor muziek die ik niet wil horen.”
Afscheid valt zwaar
Het naderende afscheid van zijn verzameling valt hem best wel zwaar: “Ik neem gerust wel wat cd’s mee naar mijn nieuwe woning. Vooral muziekstukken die ik nog niet zo goed ken. Toch zal het wel moeilijk worden, want het voelt een beetje als je kinderen die je los moet laten. Maar als er iemand anders gelukkig van wordt, heb ik er vrede mee.”