Eén gebouw, met daarin alle voorzieningen voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Een basisschool, kinderopvang en soms nog andere voorzieningen voor kinderen, allemaal onder één dak, daar blijkt vraag naar. IKC’s, Integrale Kind Centrums, zoals deze locaties zijn gaan heten, zijn in trek. De realisatie blijkt alleen lastig. Buurtbewoners protesteren, projecten lopen jaren vertraging op en kosten vallen tot miljoenen euro’s hoger uit. En áls het dan eindelijk lukt, blijkt samenwerken ingewikkeld. Maar de wil is er, ondanks alles. Van politiek tot onderwijs: IKC’s winnen aan populariteit.

Ook in West-Friesland winnen IKC’s terrein. En zo snel als de ideeën op tafel liggen, duiken ook de problemen op. Na lang gesteggel gingen bewoners uit de binnenstad van Enkhuizen eerder dit jaar akkoord met de komst van een IKC op het terrein van OBS de Tweemaster. In de tussentijd bleken de geraamde kosten alweer achterhaald en vroeg het college voor een tweede keer om extra geld, waarmee het totale budget meer dan twee keer zo hoog werd als de oorspronkelijke raming uit 2016. Het verzoek werd afgeschoten door de gemeenteraad en het plan moest terug naar de tekentafel.

Het recente voorbeeld uit Enkhuizen staat symbool voor een reeks aan vergelijkbare IKC-problemen. Hoorn probeert al sinds 2017 een nieuw IKEC – met de E van expertise, gericht op speciaal onderwijs – te realiseren. Het project kampt ook met stijgende kosten, alhoewel het daar in tegenstelling tot Enkhuizen niet om miljoenen gaat. De oorspronkelijke locatie in Risdam-Noord stuitte op bezwaren in de buurt, het oude hockeyterrein aan de Nieuwe Steen is nu de beoogde nieuwe locatie.

Samenwerken lastig

Geld en met name huisvesting lijken keer op keer de grootste beren op de weg. Volgens verantwoordelijk wethouder Samir Bashara (Hoorn) is dat niet zo vreemd. De mengvorm tussen onderwijs, kinderopvang en andere voorzieningen is naar zijn mening wenselijk, maar ook ingewikkeld. “Wij zijn als gemeente verantwoordelijk voor onderwijs en onderwijshuisvesting, maar niet voor kinderopvang.”

En al die verschillende voorzieningen, van kinderopvang tot onderwijs en van jeugdzorg tot sport, kennen ook nog eens allemaal andere regels, legt Bashara uit. “Je hebt te maken met andere wetgeving, verantwoordelijke ministeries en financieringsstromen. Bij onderwijs gaat het over semi-overheidsinstanties, tegenover kinderopvang als private ondernemingen. De verbindingen tussen die instanties zijn heel belangrijk, we lopen daar in Nederland flink op achter.”

Al die grote verschillen maken het lastig om samen beleid te maken en dat wordt volgens Bashara vaak onderschat door alle partijen. Door de betrokken instanties zelf en door de gemeenteraden, maar ook ambtelijk, erkent hij.

Lida Berkhout (Gemeentebelangen), raadslid in Opmeer, onderschrijft die uitspraak. “Wij kunnen als gemeente zo’n samenwerking alleen maar faciliteren. De partners moeten het doen.” Haar gemeente had ook te maken met problemen bij het vinden van een geschikte locatie. Voetbalclub HOSV zou een deel van haar complex afstaan aan een nieuw IKC, maar de vereniging raakte in conflict met de gemeente. Vorig jaar oktober ging de gemeenteraad uiteindelijk toch akkoord met een IKC, maar dan bij de Bonifatiusschool in Spanbroek.

Wetgeving loop achter

De wens tot gezamenlijke huisvesting én al haar problemen is ook bij het ministerie van onderwijs aangekomen. Eerder deze maand stuurde demissionair minister Slob een onderzoek over onderwijshuisvesting naar de Tweede Kamer, waarbij ook de gegroeide IKC-behoefte aan bod komt. De belangrijkste conclusie op dat vlak: samenwerken blijkt lastig, door tegenstrijdige wetgeving en verschillende financieringsstromen die niet door elkaar mogen lopen. “De wetgeving loopt op alle fronten achter op de wens naar samenwerking”, vindt wethouder Bashara.

Onderwijskoepel Stichting Kopwerk merkt daar regelmatig de gevolgen van. De koepel is betrokken bij verschillende IKC-projecten, onder andere in Enkhuizen en in Medemblik. Waar het plan in Enkhuizen nog altijd spaak loopt, zit er in Medemblik wel schot in. Een maand geleden ging basisschool het Koggeschip officieel samen met kinderopvang Berend Botje verder als één IKC, maar de twee partijen zitten al bijna anderhalf jaar samen in het pand van de school.

Tegenstrijdig overheidsbeleid

Bestuurder van Stichting Kopwerk (schoolbestuur voor 24 scholen), John Deckers, merkt de gevolgen van tegenwerkende regelgeving dagelijks in de praktijk. “Aan de voorkant kun je doen alsof je één IKC bent, maar aan de achterkant blijf je altijd twee verschillende organisaties, omdat de regelgeving dat nou eenmaal vraagt. Echt samenwerken blijkt in die zin lastig.”

Hij verwijst naar een voorbeeld waarbij een kind onder de leerplichtige leeftijd nog bepaalde ontwikkelingen te gaan heeft. “Wij kunnen dat als school al bieden, maar op het moment dat er geld of tijd besteed wordt aan dat kind en wij gaan dat vastleggen, dan gaat de onderwijsinspectie daar wat van vinden.” Onderwijsbudgetten mogen formeel niet besteed worden aan kinderen die nog niet leerplichtig zijn, legt Deckers uit. “De wetgeving loopt achter op de gewenste ontwikkeling.”

En dat terwijl de bovenstaande casus nou net een schoolvoorbeeld is van een goed functionerend IKC, zegt ook Claudia Verhoeven van de PO-Raad: “We zien dat kinderen op de basisschool soms beginnen met onderwijsachterstanden. Door goede samenwerking tussen peuter- en kleuteropvang en basisscholen, wordt dat al ondervangen.”

Ook de overheid wil graag, ervaart bestuurder Deckers van Stichting Kopwerk. “De onderwijsinspectie staat te juichen bij het zien van een aanpak als deze, terwijl we door diezelfde onderwijsinspectie soms ook op de vingers worden gekeken. Er zit kramp in de regels.”

Bashara noemt de huidige tijd vooral een tussenfase: “We zitten in een transitie tussen oud en nieuw, in die periode gaat gewoon veel fout. We pionieren, maar er is vraag naar een voorzien voor kinderen tussen nul en twaalf jaar.”