Wetenschappers wereldwijd zijn druk bezig met een nieuwe vorm van verdediging: niet tegen vijanden of virussen, maar tegen planetoïden. Met geavanceerde technologieën proberen ze te voorkomen dat een meteoorinslag, zoals die miljoenen jaren geleden de dinosauriërs fataal werd, ooit opnieuw onze planeet zal treffen. De recente Dart-missie, waarbij een ruimtesonde succesvol een gigantisch rotsblok uit zijn baan duwde, laat zien dat ze in staat zijn om kosmische gevaren af te wenden. Een klein duwtje in de ruimte kan een enorm verschil maken voor de aarde.

Maar terwijl we naar de sterren kijken om gevaren van buitenaf te bestrijden, staan we vaak minder stil bij de dreigingen vlak bij huis, zoals de klimaatverandering die leidt tot globale opwarming en de vernietiging van het milieu. Deze problemen voelen misschien – zeker in ons relatief koele noorden van de globe – minder urgent aan dan een meteoorinslag, maar ze zijn minstens zo relevant. Toch zijn er verschillen in hoe we reageren op externe gevaren, zoals planetoïden, en op de uitdagingen die voortkomen uit ons eigen handelen. Waarom zijn we vaak terughoudender in het aanpakken van klimaatverandering, een probleem dat we volgens het merendeel van wetenschappers zelf hebben veroorzaakt?

Het lijkt erop dat we sneller in actie komen tegen gevaren van buitenaf. Een meteoorinslag is een concreet probleem waar we als mensheid weinig over kunnen discussiëren: het is een objectieve dreiging. Daarentegen wordt klimaatverandering omgeven door onzekerheid, vooral omdat er nog altijd twijfels bestaan over de exacte oorzaken. Sommigen geloven dat het een natuurlijk fenomeen is, zoals de temperatuurverschillen in eerdere eeuwen, terwijl anderen wijzen op de drastische stijging van broeikasgassen sinds de industriële revolutie.

Wat doen Nederlanders? Nederland heeft een lange geschiedenis in het omgaan met natuurkrachten. We hebben de zee, een eeuwenoude vijand, weten te bedwingen door dijken, polders en uiteindelijk de Deltawerken na de Watersnoodramp van 1953. Na die ramp besefte Nederland dat alleen grootse, innovatieve maatregelen toekomstige catastrofes konden voorkomen. Dit leidde tot een van de meest indrukwekkende watermanagementsystemen ter wereld. De overstromingen dwongen ons tot actie, maar toonden ook aan dat Nederlanders, wanneer het erop aankomt, onmogelijk geachte oplossingen vinden voor problemen.

Op het gebied van opwarming wordt ook actie ondernomen. Nederland investeert steeds meer in verduurzaming van haar industrie en energiewinning. In ons mooie en windrijke West-Friesland staan de windmolens ook trots te draaien. Toch lijken we als land te worstelen met de vraag of onze inspanningen zinvol zijn. Grote landen als China en de VS zijn immers verantwoordelijk voor het merendeel van de uitstoot. Maar het is misleidend om te denken dat onze bijdrage niet telt. Denemarken, bijvoorbeeld, een klein land als Nederland, heeft zichzelf ten doel gesteld om tegen 2050 volledig klimaatneutraal te zijn. Ze zijn wereldleiders op het gebied van windenergie en duurzame innovatie, en hun inzet werkt als voorbeeld voor andere landen.

Kleine landen hebben een unieke kracht. Ze kunnen pionieren, innoveren en met kleinschalige projecten enorme impact hebben. Nederland mag misschien bescheiden van oppervlakte zijn, maar onze economische kracht, technologische kennis en innovatievermogen maken ons tot een belangrijke speler op het wereldtoneel. Als wij, met onze middelen en kennis, de handen ineenslaan en actie ondernemen, kunnen we een grotere invloed hebben dan gedacht. Bovendien is iedere bijdrage belangrijk. Het klimaatprobleem is mondiaal en vereist dat elk land zijn deel levert.

De mensheid heeft vaak op het laatste moment oplossingen gevonden voor problemen die onoplosbaar leken. We hebben als mensen een unieke veerkracht. Wanneer we worden geconfronteerd met een uitdaging, vooral als die ons bestaansrecht bedreigt, komen we vaak met inventieve, soms revolutionaire antwoorden.

Dit geeft hoop voor de toekomst. Ja, het is een complex probleem, en ja, het voelt soms overweldigend. Maar net zoals we ruimteprojecten opzetten om meteorieten te weren, kunnen we met dezelfde vastberadenheid oplossingen vinden voor deze gevaren. Nederland, en de wereld, hebben laten zien dat we het kunnen. Het is nooit te laat om het tij te keren – en als de geschiedenis ons iets leert, is het dat we, wanneer de druk het hoogst is, vaak het beste in staat zijn om in actie te komen.