De waan van de dag kan onverbiddelijk zijn. Agenda’s met afspraken, mails, WhatsApps en een eindeloze to-dolijst. De ene dag lijkt de andere, gevuld met verplichtingen, kleine zorgen, en soms een vleugje tevredenheid als een klus geklaard is. Het is de cyclus waarin we allemaal gevangen zitten. Het voelt vaak alsof er niets buiten die kleine wereld bestaat.
Maar soms gebeurt er iets wat alle drukte en haast onbelangrijk maakt. Een gebeurtenis die je confronteert met het fragiele en waardevolle van mens-zijn. Die de waan van de dag ineens futiel maakt. Dat overkwam ons vorige week.
We wisten dat Karin ziek was. Een beetje te hard gewerkt dachten we. We dachten dat er tijd was. Tijd om beter te worden, om even op adem te komen. Samen weer met haar te kunnen lachen en als kattenliefhebbers onder elkaar triviale kattengebeurtenissen uit te wisselen. Tot het bericht kwam: ze is er niet meer. Ze is overleden. Het was onwerkelijk, alsof iemand de tijd even had stilgezet. Haar vrolijke lach, die ons zo vertrouwd was, leek ineens ver weg.
Het was een schokgolf die door onze organisatie ging. Van een team vol mensen die elkaar goed kennen, samen lachen, samen zwoegen, en soms ook samen klagen over de onbereikbaarheid van onmogelijke verwachtingen die we onszelf opleggen. En ineens was dat allemaal niet meer dan ruis. Het deed er niet meer toe.
Wat er wel toe deed, was het besef dat iemand die deel uitmaakte van ons team, ons werk en onze herinneringen, er niet meer is. Iemand met wie je net een paar weken geleden nog een grap deelde, die je gelukkig nieuwjaar en veel gezondheid wenste. Het voelt haast absurd hoe plotseling dat gaat. Hoe iemand er eerst nog is, en dan, zonder waarschuwing, niet meer.
Het was alsof we allemaal tegelijkertijd voelden hoe klein en breekbaar het leven is, hoe vluchtig. En hoe weinig de waan van de dag eigenlijk betekent. Ik moet toegeven dat mijn normaal optimistische kijk op het leven even naar de achtergrond werd geduwd. Het voelde bijna oneerlijk om door te gaan alsof alles gewoon normaal was.
En toch. Toch vond ik afgelopen week ook iets anders. Iets wat me eraan herinnerde waarom het leven, zelfs in zijn breekbaarheid, de moeite waard is. Het zat in de gesprekken met collega’s, in de warme omhelzingen, in de blikken van begrip zonder dat er woorden nodig waren. Het zat in de verhalen die we deelden, de herinneringen die ons samenbrachten, de collegialiteit die we voelden voor iemand die er niet meer is.
Die momenten maken het leven groot, juist in zijn kwetsbaarheid. Niet de waan van de dag, niet de to-dolijstjes, maar het contact dat we hebben met elkaar. Het besef dat we, in al onze menselijke imperfectie, toch iets bijzonders kunnen betekenen voor de mensen om ons heen. En dat we, zelfs als het zwaar is, elkaar kunnen vasthouden en samen sterker kunnen worden.
De komende weken zal de waan van de dag weer grip op ons krijgen, zoals dat altijd gaat. De drukte zal terugkeren: vergaderingen, afspraken en de to-dolijstjes die lijken te schreeuwen om aandacht. Maar het is goed om af en toe even stil te staan bij wat er echt toe doet. Want het leven mag dan kwetsbaar zijn, het is ook kostbaar. En het is aan ons om het, ondanks alles, elke dag opnieuw de moeite waard te maken.