Het is vandaag 26 april. Koningsdag. Een nationale feestdag die voor velen een echt feestelijke dag is. Er wordt keihard gewerkt. Niet overal en door iedereen, maar wel door iedereen die op een matje of een soort van kraam allerlei spullen hebben gedeponeerd, waarvan je zou kunnen zeggen dat het zonde is om zomaar weg te gooien.
In alle gemeenten waar een koningsmarkt mogelijk is, zijn deze week in het straatbeeld krijtstrepen te zien geweest met af en toe een naam, maar meestal het woord bezet. Begin mei krijgt dit woord weer de lugubere betekenis die het in de grote maatschappij heeft gekregen.
Koningsdag heeft voor mij, hoewel ik niet fanatiek koningsgezind ben toch een speciale betekenis. Niet omdat ik een rijke historie heb als rommelverkoper op een van de Hoornse stoepen, maar omdat ik vorig jaar op de dag voorafgaand aan Koningsdag mocht horen dat het de Majesteit behaagde mij ook een felbegeerde onderscheiding toe te kennen. Als erkenning voor diverse goede daden die in een periode van heel wat jaren zijn verricht. Ik ben kennelijk zo’n Gutmensch en ik schaam mij er niet voor.
Ik ken echter nog een hele hoop mensen die zich minstens zo goed en veelal zelfs veel meer onbaatzuchtig hebben ingezet voor het algemeen belang. Die krijgen niet automatisch zo’n onderscheiding. Iemand moet een hoop moeite doen om dat voor een ander voor elkaar te krijgen. Van een paar mensen weet ik dat zij beslist niet geëerd willen worden met een koninklijke onderscheiding. Fanatieke republikeinen willen doorgaans geen lintje van de koning.
Ik heb ooit een persoon van wie ik nauwelijks kon geloven dat hij niet eerder werd voorgedragen voor een lintje horen zeggen dat hij best eens feestelijk wil worden bedankt voor zijn inzet, maar dan niet met een koninklijke medaille. Of er niks ander bestaat voor republikeinse Gutmenschen?
Een ferme welgemeende handdruk, klopje op de schouder, een dankbare blik of een schriftelijk dankwoord uit het diepst der harten, dat zijn zaken waartegen hij niet fel zou protesteren, maar hij bekende dat het doen van vrijwilligerswerk, het belangeloos helpen van mensen en organisaties, een – hij zei dat met enige aarzeling – egoïstisch aandoend trekje heeft.
Mensen kijken bewonderend naar je. Je bent gewoon even iemand en dat vindt hij een prachtig belonend gevoel. Af en toe trots zijn op wat je doet, is goed voor je zelfbeeld. Ik kan me enigszins voorstellen wat hij daarmee wil duidelijk maken, maar ik heb ook ervaren dat het uitreikingsmoment een heel speciaal moment is.
Door de houding van de nationaal-socialistische minister die vijf vrijwilligers, die iets mooi verrichtten op het gebied dat zij juist aan het vergiftigen was, een lintje weigerde, heeft dit kleinood juist een bijzondere extra betekenis gekregen. Je krijgt niet een lintje van een politicus, maar opgespeld door een bestuurder die boven alle partijen dient te staan uit naam van de koning die ook boven alle politieke verschillen staat. Stel dat er toch ooit een gelijkwaardig lintje gaat komen zonder een koninklijke kleur, dan dient dat een onderscheiding te zijn, waar geen enkele politicus ooit een handtekening voor moet zetten. Voor je het weet krijg je iets wat moet aantonen dat je in een goed blaadje staat bij de overheersende politici.
Ik ken niemand die jarenlang zich het schompes vrijwilligt, alleen met het doel een lintje te krijgen. De basis is vooral dat je je goed voelt om je in te zetten voor iemand of iets anders. Er zijn heel veel mensen met deze opvatting. Het merendeel van mijn netwerk bestaat uit die mensen en ik voel me daar heel prettig bij. Ik denk dan ook dat de maatschappij daar heel leefbaar van wordt. En af en toe vieren we dat gewoon. Heel speciaal in ons land is dat het af en toe niet op zondag mag, hoewel zondag voor veel mensen de uitgelezen dag is om een feestje te vieren.
Ik ben elke zeven of acht jaar jarig op een zondag en ik heb veel vaker op zondagen mijn verjaardagen en die van anderen gevierd omdat we op die dag uitbundiger en met groter gezelschap een feestje kunnen bouwen. Alleen een koninklijke verjaardag doen we vanwege de geloofsovertuiging van een kleine groep die we sowieso niet automatisch koppelen aan uitbundig feestvieren niet op een zondag. Ik vraag me af of er ooit, wanneer we uiteindelijk zonder koningshuis, een nationale republikeinse feestdag op zondag gaan vieren, inclusief het alternatief onderscheiden van hen die dit dik verdienen. Voor vandaag in ieder geval: een fijne feestdag voor iedereen!
Disclaimer: De inhoud van de column is uitsluitend voor rekening van de auteur. Streekomroep West-Friesland is niet ge- of verbonden aan een politieke partij of welke politieke richting dan ook, maar geheel autonoom en onafhankelijk.