Het begint onschuldig. Een vakantiefoto van een vriend. Een kat met een charmant hoedje. Een perfect gestileerd bord pasta. Maar al snel zit ik in de val. De vriendenfoto’s drogen op en Instagram vult het gat met de krankzinnigheid van het algoritme. Een man die zweert dat de zon een illusie is. Een influencer die beweert dat kraanwater gevaarlijk is. Een man met een Rolex in Dubai die belooft dat ook ik rijk kan worden. En ik kijk. Blijf kijken. Waarom?

Wat het optimum van kennis en creativiteit zou kunnen zijn, is een fuik geworden. Sociale media beloven verrijking, maar voeden zich met onze verslaving. Alles draait om extremen: hoe gekker, hoe beter. Aandacht trekken lijkt het enige dat telt. We klagen over de algoritmes, maar blijven liken, klikken, kijken. Waarom? Omdat het werkt. Omdat het ons gevangen houdt.

Toch is dit slechts één kant van het verhaal en is er een andere mogelijkheid. Net zo makkelijk als je vastloopt in een algoritmische fuik, kun je het internet benutten als bron van kennis, verbinding en creativiteit. We hebben toegang tot muziek uit alle hoeken van de wereld, tot literatuur die anders vergeten zou zijn. Tot ontmoetingen met gelijkgestemden die we offline misschien nooit waren tegengekomen. We kunnen leren, maken, delen. Ons laten inspireren en verrassen. Het internet hóéft geen fuik te zijn; het kan een open horizon zijn, een wereld vol mogelijkheden. Waarom voelt een uur online dan alsof mijn hersenen gefrituurd zijn? Waarom eindigt mijn scrolsessie niet met inspiratie, maar met een leegte die alleen om meer vraagt?

Steeds meer mensen voelen dat het anders kan. Anders móét. Ze verlaten Facebook, Instagram, WhatsApp. Niet alleen omdat ze genoeg hebben van de verslavende aspecten van de socials, maar ook omdat ze zich realiseren hoe weinig grip ze nog hebben op hun eigen digitale leven. Wat we zien, wat we delen en zelfs wat we denken, wordt gestuurd door een paar bedrijven die op winst uit zijn. Privacy is geen luxe, maar een recht dat langzaam afbrokkelt. Signal, Mastodon en Bluesky bieden alternatieven, vrij van advertenties en manipulatieve algoritmes. Maar de overstap is moeilijk. En zonder netwerk val je in het niets.

Misschien ligt de oplossing niet in een totale breuk, maar in een doelgerichte herovering. Niet weglopen, maar kiezen. Platforms die ons niet gijzelen. Websites zonder lokroep. Vaker bellen in plaats van eindeloos appen. Bewust media consumeren die niet gedreven worden door clicks en winst. En vooral: de positieve kanten van het internet weer omarmen. Een platform als Wikipedia, dat draait op vrijwillige bijdragen. Online bibliotheken vol gratis boeken. Podcasts die ons op een rustige manier iets leren, zonder te schreeuwen om aandacht. 

De digitale exodus toont dat steeds meer mensen verandering willen. We accepteren niet langer dat een handvol miljardairs bepaalt wat we zien, denken, voelen. Maar we moeten niet alleen afbreken, we moeten ook bouwen. Misschien kijken we over een paar jaar terug op Facebook zoals we nu op Hyves terugkijken: een relikwie uit een andere tijd. De eerste scheuren in het fundament van Big Tech zijn zichtbaar. De vraag is: blijven we passieve gebruikers, of bouwen we een onafhankelijker digitaal bestaan dat wél de belofte van het internet waarmaakt?

Ik verwijder Instagram opnieuw. Misschien installeer ik het later weer. Misschien niet. Maar de volgende keer dat ik mij laat opzuigen door het scherm, wil ik uitkomen in het licht. In een digitale ruimte waar geen algoritmische fuik op me wacht, maar een open horizon vol ideeën, spel en schoonheid. Een plek waar het internet voelt als een ontdekkingstocht – niet als een zwart gat waarin ik mezelf kwijtraak.