Een van de mooie mogelijkheden om democratie te vervolmaken is niet alleen ééns in de vier jaar de burgerij de kans te geven een keuze te maken, maar ook tussendoor de gelegenheid bieden om zich uit te spreken over door de overheid te nemen besluiten die te maken hebben met de directe leefomgeving. Participatie, heet dat. In de zestiger jaren heb ik als student voor het eerst mogen ruiken aan iets dergelijks. Dat heette toen nog inspraak.

Bij het invullen van wat die woorden participatie of inspraak aan verantwoordelijkheid met zich meebrengt, is er iets misgegaan. De laatste keren dat ik in een raadzaal de resultaten van een participatietraject opgesomd hoorde, klonken er steevast geluiden van participanten die heel verontwaardigd het bestuurlijke resultaat van het traject verwierpen. Zij hadden duidelijk aangegeven tegen te zijn. ‘Wij worden niet gehoord!’ is – naar ik vrees – de meest gehoorde reactie bij alle participatieronden. Het hardnekkigste ongehoordheidsyndroom wordt gevoeld bij zaken over het plaatsen van asielzoekers. ‘Asielzeikerds’ hoorde ik ooit zeggen over de groepen omwonenden en eenstukverderopwonenden.

In ons eigen West-Friesland kon je de afgelopen tijd twee verschillende omwonendengeluiden horen.

Het eerste geluid van kortgeleden konden we vernemen toen in Wervershoof een groep asielzoekers alweer moest verkassen naar een volgende crisisnoodopvang. De benauwd piepende omwonenden die eerst nog tegen waren geweest, waren omgeturnd tot een groep mensen die het helemaal niet zagen zitten dat die groep medemensen van elders alwéér weg moesten. ‘Het verslepen van een groep mensen waar je prettig mee kon samenleven is niet goed voor die mensen’, zo was de algemene opinie van de Wervershovers.

Daartegenover kun je een groep heldhaftig protesterende omwonenden zien, die het laten bevolken van een wooncomplex bij Lutjebroek door een groep asielzoekers uit Oekraïne absoluut niet zagen zitten. Oekraïense asielzoekers zijn met afstand de minst problematische groep asielzoekers, maar daar gaat het natuurlijk niet om. De opluchting bij het gemeentebestuur dat er voldaan moet worden aan de van bovenaf opgelegde verplichtingen van de spreidingswet kon niet worden gedeeld door de optrommelbare omwonenden. Ik weet niet of een uitgebreid participatietraject de groepsfoto had voorkomen.

Minstens zo erg mag je de opstelling noemen van de bestuurders van het fraaie Opmeer. Daar zijn containers neergezet voor asielzoekenden, waaraan van alles mankeert. Geen warm water en wachtrijen buiten voor de douche. Elke camping met dergelijke belabberde faciliteiten zou binnen de kortste keren failliet raken omdat je er zelfs als gevangene niet in wil worden ondergebracht. Je kunt verbeten wachten op de cynicus die beweert dat dit altijd nog beter is dan onder de blote hemel bivakkeren buiten de AZC in Ter Apel. Ter Apel, de schandvlek van de Nederlandse beschaving. Ik probeer trots te zijn op mijn status als West-Fries, maar hoe lang nog?