Het is weer die tijd van het jaar: ouderen en kwetsbaren krijgen een oproep in de bus voor de jaarlijkse griepprik en een corona-booster. Voor sommigen betekent dit een moment van overweging; voor anderen eindigt de brief ongeopend in de prullenbak. Vaccinaties hebben ons decennialang beschermd tegen ziekte, maar steeds meer mensen kiezen ervoor ze niet te nemen.

Achter die keuze schuilt een verhaal dat verder reikt dan een simpele afweging van risico’s en voordelen. Het raakt aan een diepgeworteld wantrouwen – niet alleen richting vaccins, maar ook richting wetenschap, overheid en instituten die ooit vanzelfsprekend gezag hadden.

Hoe heeft het zover kunnen komen? De coronapandemie fungeerde als katalysator voor dat wantrouwen. In recordtempo werden vaccins ontwikkeld en uitgerold. Waar wetenschappers het zagen als een triomf van moderne pharmacie, zagen anderen iets anders: haast, druk en twijfel. Tegelijkertijd ontstond een explosie van desinformatie op sociale media. Verhalen over DNA-verandering, microchips en geheime agenda’s verspreidden zich sneller dan het virus zelf.

Die golf van argwaan is nooit helemaal gaan liggen. Zelfs nu de pandemie achter ons ligt, blijft het zaadje van achterdocht groeien – ook met betrekking tot vaccins die al decennia bestaan, zoals de griepprik.

Die angst is niet volledig irrationeel. Het moderne leven heeft ons kritisch gemaakt. We willen weten wat we in ons lichaam stoppen en wie daar baat bij heeft. Het idee dat onze keuzevrijheid wordt beïnvloed door overheidscampagnes of medische aanbevelingen versterkt soms juist het gevoel dat iets niet pluis is. Het wantrouwen is daarmee niet slechts een product van onwetendheid; het is een logisch gevolg van een tijd waarin de autonomie van het inividu heilig is verklaard.

Tegelijkertijd wringt dat individualisme met het doel van vaccinatiecampagnes. Een prik beschermt immers niet alleen jezelf, maar ook anderen. Minder gevaccineerden betekent dat ziektes, zoals griep, vrijer spel krijgen. Voor gezonde mensen voelt het risico misschien verwaarloosbaar, maar voor kwetsbaren kan diezelfde griep levensgevaarlijk zijn. De keuze om niet te vaccineren raakt daarmee aan een belangrijke vraag: hoe ver reikt onze verantwoordelijkheid voor anderen?

Dit dilemma wordt nog complexer door de invloed van desinformatie. Het Sociaal Cultureel Planbureau laat zien dat ongeveer een kwart van de Nederlanders kritischer is geworden over vaccinaties. Dat kritische denken is op zichzelf waardevol, maar wordt problematisch als het wordt gevoed door onjuiste informatie. In die context wordt de persoonlijke keuze ook een maatschappelijke last.

Herstellen van vertrouwen in vaccins is niet alleen een kwestie van betere voorlichting. Dat herstel van vertrouwen vraagt om luisteren – écht luisteren – naar de zorgen en twijfels die leven. Daarbij gaat het niet alleen om feiten en cijfers. Het gaat om erkenning. Erkenning van de autonomie van burgers, erkenning van de angst voor verlies van controle en erkenning van de spanning tussen individuele vrijheid en het collectieve belang.

Vaccinaties zijn meer dan een medische ingreep. Ze zijn een symbool van hoe we als gemeenschap voor elkaar zorgen. Maar ze raken ook aan diepere menselijke drijfveren: het vinden van de balans tussen ons recht op eigen keuzes en onze verantwoordelijkheid voor elkaar. 

Hoe maken we ruimte voor zowel het individu als de gemeenschap in een wereld die steeds meer van ons lijkt te vragen om te kiezen? Misschien ligt daarin wel de grootste uitdaging van onze tijd.