Dirk Scheringa zegt opnieuw een enorme schadeclaim voor te bereiden vanwege het faillissement van zijn DSB Bank in 2009. De oprichter probeerde vandaag via de rechter geheime documenten van het ministerie van Financiën boven tafel te krijgen. Volgens zijn advocaat doet het ministerie er alles aan om openbaar maken van de stukken te vertragen, die Scheringa zouden moeten helpen met zijn miljoenenclaim.

De grote zaal van de Haarlemse rechtbank is bijna leeg. Dirk Scheringa neemt plaats naast zijn advocaat en zijn vrouw Boukje. Gekleed in pak met daarbij zijn karakteristieke geitenwollen sokken. 

Zijn inzet is duidelijk. Twee jaar nadat hij een verzoek op de Wet open overheid (Woo) deed, heeft hij nog altijd niet alle documenten van het ministerie van Financiën die over het faillissement van de DSB Bank in 2009 gaan. 

Zoektocht naar bewijs voor eerherstel

Stukken die 15 jaar na dato bewijs moeten leveren over wat Scheringa al sinds het faillissement roept, namelijk dat zijn bedrijf ten onrecht kapot is gemaakt, en een faillissement niet nodig was geweest.

DSB Bank failliet: hoe zat het ook alweer?
In 2009 komt de bank in opspraak door het verstrekken van te hoge leningen aan klanten en ook te dure verzekeringsproducten. Een oproep op tv door Pieter Lakeman leidt ertoe dat veel klanten massaal geld opnemen en de bank in de problemen komt. Als uitlekt dat de Nederlandsche Bank (DNB) het bewind van de DSB wil overnemen volgt opnieuw een bankrun en is niet veel later het faillissement een feit. 

Lees hier het uitgebreide verhaal over hoe Scheringa al 15 jaar strijdt voor eerherstel.

Van het ministerie van Financiën is niemand aanwezig in de rechtbank. Er is geen officiële afmelding geweest, maar via een verweerschrift uit juni laten ze weten uiterlijk eind september de laatste stukken openbaar te maken en ongeacht de uitspraak van de rechter die te accepteren.

Geen vertrouwen in ministerie van Financiën

Maar dat vertrouwt Scheringa niet meer. “We wachten al 804 dagen”, zegt hij tegen de rechter. Voor de rest is het zijn advocaat die het woord voert. “We zijn al 2 jaar en 2 maanden bezig, terwijl een Woo-verzoek eigenlijk in 6 weken moet zijn afgehandeld.”

En het is ook niet voor het eerst dat het ministerie en Scheringa in deze zaak tegenover elkaar staan. In 2023 werd het ministerie al eens gedwongen stukken openbaar te maken. Maar zelfs het betalen van een dwangsom hielp niet.

‘Bewust aan het lijntje gehouden’

“Het is onacceptabel wat er gebeurt. Mijn cliënt wordt door het ministerie aan het lijntje gehouden”, aldus de advocaat van Scheringa. Bewust denken ze ook. “Het lijkt er inderdaad op dat ze er alles aan doen om te vertragen.” Een deel van de stukken zijn inmiddels openbaar gemaakt. Maar naar waarschijnlijkheid de meest gevoelige niet.

Scheringa eist dat binnen twee weken alle stukken alsnog openbaar worden gemaakt. En dat er anders een dwangsom van 500 euro per dag betaald moet worden, met een maximum van 75.000 euro. Veel hoger dan normaal. “De eerdere dwangsom gaf onvoldoende prikkel. Maar gebleken is dat het ministerie een sterke prikkel nodig heeft”, verklaart de advocaat de hoogte van de gevraagde dwangsom. 

Na de zitting reageert Scheringa op de zaak. “Na de afronding van het faillissement was er 650 miljoen euro over en dat is naar De Nederlandsche Bank gegaan. Dat bewijst voor mij dat een faillissement niet nodig is geweest. En dat willen we terug.”

Miljoenenclaim in de maak

De stukken die hij al heeft, en ook nog moet krijgen, worden uiteindelijk gebruikt voor een procedure die de Spanbroeker wil starten tegen De Nederlandsche Bank. “Dat gaat niet alleen om die 650 miljoen die is overgebleven. Maar ook het museum (Scheringamuseum) en de club (AZ) zijn kapotgemaakt”, aldus Scheringa.

In 2021 kondigde hij ook al eens aan een claim van 830 miljoen euro in te dienen, maar daarvan is het nooit gekomen. “Om hoeveel geld het zal gaan is nu nog niet te zeggen. Dat gaan we nog eens goed berekenen.” 

De rechter wilde, ondanks het verzoek van Scheringa, niet gelijk uitspraak doen. Dat volgt over uiterlijk zes weken.