West-Friesland was ooit een mozaïek van landschapselementen. Dat ruilverkaveling en rationalisering van het landschap impact heeft op de ecologie van de regio, is duidelijk. Efficiëntie en ecologie gaan niet altijd goed samen. De veranderingen hebben dan ook een enorme impact op de biodiversiteit van het historische West-Friese landschap.

We hebben het de afgelopen weken al veel gehad over het historische landschap van de regio voor de ruilverkaveling. Duizenden kronkelslootjes die het landschap kenmerkten geven een grote biodiversiteit. Sedimenten van de Zuiderzee zorgen voor een vruchtbare zeekleibodem, maar door het stijgende waterniveau in de IJzertijd wordt het gebied steeds natter, wat bewoning lastig maakt en het ontstaan van veen in gang zet.

In de vroege middeleeuwen start men het veengebied te ontginnen. Dit proces vormt het unieke landschap dat, tot de ruilverkaveling, stand houdt. Sloten worden gegraven om het overtollige water af te voeren, akkers verschijnen op de drogere toplaag, en op verhoogde stukken land vestigen zich de eerste bewoners. De omringdijk, een belangrijk bouwwerk, wordt aangelegd om het land te beschermen tegen de onstuimige zee.

De kleine ‘bouwtjes’, oftewel de kleine akkers die alle boeren hebben, worden van elkaar gescheiden door houtwallen, sloten en kleine dijkjes. Dit geeft de regio een mozaïek van landschapselementen, met een groot leefgebied voor flora en fauna.

De graslanden met bloemen en kruiden, weilanden en het vele water bieden een thuis aan talloze vogelsoorten. Zoals de grutto, kievit en scholekster, die hun nesten maken in de open graslanden. Maar ook veel kleinere beesten, zoals wezels en veldmuizen wonen in de houtwallen. Ook insecten zoals bijen en vlinders goed kunnen overleven in de bloemrijke omgeving. Daarnaast creëren wisselende waterstanden in de polder dynamische leefomgevingen voor amfibieën en watervogels.

Veranderingen in de landbouw

De ruilverkaveling brengt een ingrijpende verschuiving teweeg in gebruik van het land. De traditionele, gemengde landbouw maakt plaats voor intensieve veeteelt en monoculturen. Dit gaat gepaard met het egaliseren van het landschap, het dempen van sloten en het verwijderen van karakteristieke landschapselementen. Het gevolg is een drastische achteruitgang van de biodiversiteit.

Kleinschalige elementen, zoals houtwallen, heggen en bloemrijke graslanden, zijn essentieel voor het voortbestaan van talloze diersoorten. Met hun verdwijning neemt ook het aantal leefgebieden voor weidevogels zoals de grutto en de tureluur af, waardoor deze soorten nu ernstig bedreigd zijn in het West-Friese landschap. Tegelijkertijd zorgt de intensivering van de landbouw voor een toenemend gebruik van pesticiden, wat flinke gevolgen heeft voor de insectenpopulaties.

Waterbeheer

Waterbeheer speelt altijd een cruciale rol in West-Friesland. Vóór de ruilverkaveling werd het water lokaal beheerd, met een fijnmazig netwerk van kleine watergangen en sloten die zorgen voor variatie in waterstanden. Deze variatie was van essentieel belang voor het ecosysteem.

Na de ruilverkaveling werden de watergangen echter rechtgetrokken en verdiept om een snellere afvoer van water mogelijk te maken, wat past binnen het moderne landschapsbeheer. Het grondwaterpeil wordt sindsdien vooral afgestemd op de behoeften van de landbouw. Deze ingreep leidt echter tot een verlies aan dynamische waterhabitats en afname van natte biotopen, die essentieel zijn voor diverse planten- en diersoorten.

In gebieden waar het oorspronkelijke landschap nog deels intact is gebleven, zoals in natuurgebied De Weelen, is de biodiversiteit duidelijk robuuster dan in de omliggende regio. Dit laat zien hoezeer het West-Friese landschap is veranderd: van een rijk, ecologisch divers gebied naar een uniformer en minder divers landschap.

De serie “Van Kloeten naar Kavels” en de verhalen rond de ruilverkaveling van de regio zijn gemaakt met ondersteuning van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten, www.fondsbjp.nl.