Lars (de tweede op de foto) is vrijwilliger bij Reddingsbrigade Notwin. Sinds zijn verhuizing naar de binnenstad van Hoorn zit hij binnen de ‘magische tien minuten zone’; de tijd waarin je na een oproep op de post moet zijn. Dat gaf hem het laatste zetje om zich aan te melden. Inmiddels is hij volledig opgeleid opstapper. “In het begin dacht ik echt: dit is niets voor mij, te professioneel. Maar voor je het weet sta je met veel kennis aan boord.”
Notwin is de reddingsbrigade van Hoorn, en wordt volledig gerund door vrijwilligers. Ze zijn actief op het Markermeer en assisteren bij vermissingen, medische meldingen of andere incidenten op en rond het water. In een gemiddelde zomer rukken ze tussen de 50 en 70 keer uit.
“Voor je het weet, sta je op de boot”
Lars hoorde via een vriend voor het eerst over Notwin. “Ik zeilde al mijn hele leven, dus het leek me interessant. Maar met twaalf minuten fietsen woonde ik te ver weg. Pas toen ik verhuisde en ze mensen zochten, heb ik het geprobeerd.” Toch twijfelde hij. “Als buitenstaander voelt het heel professioneel, alsof je dat niet zomaar kunt. Maar uiteindelijk ga je op gesprek en doe je een introductiemiddag. Je wordt getest op je fitheid en dan begin je aan de opleiding. Voor je het weet ben je er gewoon onderdeel van.”
Van wateraffiniteit tot medische kennis
Lars heeft een achtergrond bij de waterscouting en was dus al vertrouwd met water. “Maar dat is lang niet bij iedereen zo. Sommige mensen zien een poster en denken: hé, dat lijkt me wel wat. Je hebt ook geen voorkennis nodig, alles zit in de opleiding.”
Wat leer je tijdens die opleiding? “Het bestaat uit twee blokken van tien lessen. Het eerste gaat over veiligheid en gebiedskennis, het tweede over medische kennis en hoe je samenwerkt met de meldkamer. Iedere vrijdagavond word je op de post verwacht.” Na elk blok volgt een toets, en uiteindelijk word je volledig inzetbaar lid.
“Ook hebben we een EHBO-plusmiddag, gericht op onze praktijk. Dus hoe je iemand helpt die van hoogte is gevallen, of hoe je omgaat met bekkenletsel. Je leert daarnaast je marifoon bedienen en de boot echt goed kennen.”
“Heel leuk, maar ook een investering”
Wat drijft je nou om dit te doen? “Het is gewoon leuk, je maakt dingen mee die andere niet meemaken. Dat schept een band. Maar het is ook een investering qua tijd en energie. Er vallen mensen af tijdens de opleiding. Niet omdat het te moeilijk is, maar omdat het veel vraagt.” Bij zijn examen ging de pieper en zette Lars het op een rennen. De fiets waarmee hij kwam vergat hij door de stress.
”We hebben tussen de 50 en 70 inzetten per jaar. Daar zijn er misschien twintig echt levensreddend van. Ik heb er inmiddels wel een stuk of tien meegemaakt die echt complex waren. Soms ben je de eerste boot ter plaatse. In het begin ligt je stressniveau dan ook mega hoog, maar we oefenen zoveel scenario’s dat je leert daarmee om te gaan. “Ik vergeet niet meer dat ik een fiets bij me heb.”
Filteren in het moment
”Tijdens een inzet hoor je via je helm alles: je team, de kustwacht, de meldkamer, andere boten. In het begin is dat chaos, je hoort jezelf niet denken. Maar je leert filteren. Je komt in een soort modus waarin je automatisch handelt.”
Die focus bleek hem goed te liggen. “Ik ben software-engineer, dus dit is totaal iets anders. Maar dat maakt het ook leuk. Je hoeft niet veel te denken, je doet wat je geleerd hebt.”
Wat is de grootste uitdaging?
“Tijd”, zegt Lars. “Die pieper kan altijd gaan. In het begin is dat leuk, later denk je soms, nu even niet. Maar je leert daar rekening mee te houden.” ’s Nachts gaat de pieper zelden. “Gelukkig maar, want wakker worden van de pieper is echt een gevoel van pure paniek. Mijn schoenen, sleutels en kleding liggen wel standaard klaar.”
”Wat ik nu nog lastig vind is dat het je soms onbedoeld wat onbetrouwbaar kan maken. Ik meld me heus onbeschikbaar voor belangrijke afspraken, maar dat doe je niet voor alles. Mijn vrienden weten dat ik er soms ineens niet kan zijn, mijn collega’s weten dat ook. Ondanks dat er veel begrip voor is is dat niet altijd even handig.”
Betrouwbaar, maar niet te serieus
Wat voor type mens moet je zijn? “Er is geen eenduidig profiel. Iedereen draagt iets anders bij en dat is waardevol. Maar je moet wel betrouwbaar zijn. Als je aangemeld staat, en de pieper gaat, moet je er zijn.”
“En je moet eerlijk kunnen zijn over wat je wel en niet ligt en een stap terug durven doen. Verder is het belangrijk dat je het ook niet te serieus neemt. We zijn professionele vrijwilligers: we willen professioneel overkomen naar andere hulpdiensten, maar het moet ook leuk blijven.”
Wat zouden meer mensen moeten weten? ”Dat hulp op het water gewoon echt niet zo dichtbij is als op het land. Wij zijn vrijwilligers, net als de KNRM. Er is geen enkel station dat 24/7 bemand is. Al laat de brandweer zien dat dat geen probleem hoeft te zijn. Daarnaast zij er zijn geen adressen op het water en lang niet iedereen heeft een GPS locatie, dat houd in dat we je nog moeten vinden ook.”
Nieuw stadsstrand, nieuwe gevaren?
Denk je dat de problemen op het water toenemen? “We weten het niet zo goed. Tot nu toe zijn het er niet meer. We hebben al jaren het schelpenstrandje, daar gebeurt ook niet zo veel. Maar ik denk misschien dat er wat meer zoekacties bij komen.”
“Als het heel erg druk is, op zomerse dagen en er wordt aan het einde van de dag nog een hoopje kleding gevonden, waarvan men niet weet of de persoon terug gekeerd is. Of kinderen waarvan de ouders ze uit het oog verloren zijn. Je kunt geen voorspelling doen. Onderling proberen we dat wel eens, maar dat klopt nooit.”
Mentale lasten
Heb je te maken met dingen die lastig voor je zijn om te verwerken? “Er zijn inzetten geweest met dodelijke afloop waar ik bij geweest ben, maar tot nu toe eigenlijk niet. Je leert hoe je daar mee om moet gaan en je wordt goed in de gaten gehouden.”
”Wat mij het meeste bijgebleven is dat ik iemand die al best een tijd in het water lag zelf aan boord nam. Dus ik was de eerste die hem vast had. Hij liet mij dan ook niet meer los, dat gevoel kan ik nog wel eens naar boven halen. Dat soort dingen staan je heus wel bij.”
Het aantal keuzes of afwegingen dat de bemanning zelf moet maken is beperkt. “Overal is een protocol voor. Als je volgens protocol handelt, is dat in principe goed. Dit is ook bedoeld om je eigen emotie weg te nemen uit je beslissingen.”
“We nemen dan ook het zekere voor het onzekere, zodat je nooit in bed ligt met het idee: ‘hadden we toch maar even gaan kijken’. Dat soort dingen bouw je zoveel mogelijk in om die last bij de bemanning weg te kunnen nemen.”
Niet iets om te wensen, maar wel iets om van te leren
Is er iets dat je nog graag zou meemaken? “Dat is altijd lastig, je wil mensen geen ongelukken toewensen. Er is wel iets dat we ook geoefend hebben: grote evacuaties van schepen. Dat is een heel interessant probleem waar je triage toepast. Dat houdt in dat er meer slachtoffers dan hulpverleners zijn en je gaat kijken wie er als eerste hulp nodig heeft. Ik zou het niet per se als een droom omschrijven, maar ik vind dit wel heel erg interessant om les over te krijgen.”
“Vaak zijn de inzetten die je je het meest herinnert de inzetten die je niet zag aankomen. We hebben vorig jaar een paar bootjes gehad die in de brand stonden. Dat was enorm indrukwekkend en daar zijn we ook echt van meerwaarde geweest voor de brandweer.”
Innovatie
“Ik vind eigenlijk, maar dat komt ook omdat ik in de technologie werk, dat het erg langzaam gaat. Er zijn best wat dingen die je kunt inzetten, die niet gebruikt worden. De kustwacht heeft een vrij beperkt aantal vliegtuigen en helikopters. Er wordt in het buitenland wel gebruik gemaakt van drones met bijvoorbeeld hitte herkening.”
“Omdat we geen officieel orgaan zijn proberen we wel zelf te innoveren, maar dat gaat meer over dingen die voor ons binnen handbereik zijn. Die drones kun je niet kopen in de winkel. Een hoop systemen die er op het water zijn werken ook al heel lang adequaat. Dus daar houdt men dan ook aan vast.”
Wonen waar je wilt, of blijven waar je nodig bent?
Wat als je nu je droomhuis aangeboden krijgt? Die hier een halfuur vandaan ligt? “Dat is echt een hele moeilijke keuze. Toevallig heeft één van onze schippers ook zo’n situatie gehad. Hij werkt nog in Hoorn dus kan blijven varen, maar hij is naar Westwoud verhuisd. Dat zijn verscheurende beslissingen. Daar krijg je bij deze hobby helaas mee te maken, ik zou het echt niet weten. Uiteindelijk zal het afhangen van de levensfase waar je in zit. Een pand in de buurt betalen wordt ook nog steeds moeilijker.”