Opmeer overweegt een kleine kerncentrale in de gemeente. Ze beschouwt het als cruciaal onderdeel om de klimaatdoelen voor 2040 in West-Friesland te halen, ondanks hoge kosten en een lange realisatietijd. Maar hoe haalbaar is dit plan eigenlijk?
Opmeer, een kleine plattelandsgemeente in de regio West-Friesland, is in de ban van een nog te verrijzen kleine kerncentrale, een zogeheten Small Modular Reactor (SMR), die je als een soort ‘legopakket’ in elkaar kan zetten.
Al sinds 2019 probeert Carel Anink, raadslid voor Door Samenwerking Vooruit, kernenergie op de regionale klimaatagenda te krijgen. Een ambitieus plan waarmee hij niet meteen de handen op elkaar krijgt. Als energiedeskundige van de lokale partij schuift hij regelmatig aan bij het overleg over de Regionale Energietransitie (RES). Daarin moet de regio aangeven hoe ze energie wil opwekken om in 2040 energie- en klimaatneutraal te worden.
‘Alleen windturbines en zonneweides onvoldoende’
Een onbegonnen zaak, benadrukt Anink, als hij naar de huidige plannen kijkt. “Daarin wordt alleen maar gesproken over windturbines en zonneweides”, vertelt hij. Om in 2040 klimaatneutraal te zijn, zo heeft hij berekend, zijn er 340 windturbines en 3.000 hectare zonneweides nodig.
En dat zet weinig zoden aan de dijk, voegt VVD’er Co Schipper eraan toe. “We gaan het niet redden met alleen zon en wind, dat is nu wel duidelijk. Dan moet je wat anders gaan bedenken en daar is kernenergie een goed alternatief voor. We begrijpen dat er heel veel inwoners zijn die daar bang voor zijn, maar wij zijn ervan overtuigd dat het zeer veilig is, dus wat mij betreft mag die in Opmeer komen te staan.”
Anink: “Als er één ontwikkeling snel gaat die we niet willen, dan is dat klimaatverandering. Die moeten we een halt toeroepen door alle middelen die er zijn om dat te kunnen zo snel mogelijk in te zetten.”
Koerswijziging
Jarenlang was kernenergie de olifant in de kamer, maar door de motie van DSV, de VVD, Gemeentebelangen Opmeer en Lokale Partij Opmeer staat de bouw van een kleine kerncentrale voor West-Friesland inmiddels weer op de agenda.
Een meerderheid in Opmeer lijkt enthousiast. Nu er ook in Den Haag een andere wind is gaan waaien, en het nieuwe kabinet kernenergie toejuicht, is een koerswijziging toch mogelijk, klinkt het in de gemeente. Ook in buurgemeente Den Helder worden de opties verkent en is zelfs al een mogelijke locatie in beeld nabij Kooypunt/Kooyhaven. “Voor mijn part worden er twee in de Kop van Noord-Holland gebouwd, zodat er boven het Noordzeekanaal voldoende stroom is”, stelt Schipper.
Maar dat betekent nog niet dat er daadwerkelijk een kleine kerncentrale naar de regio komt. Opmeer zit in een verkennende fase, in gesprek met de andere zes gemeenten in West-Friesland. “De gemeenten onderschrijven dat kernenergie een mogelijkheid is, maar pas over 10 à 15 jaar”, legt wethouder Herman ter Veen uit. Opmeer wil echter versnellen en vraagt in januari 2025 toestemming aan de gemeenteraad om hierin stappen te zetten. “We willen de mogelijkheden voor een SMR gaan onderzoeken.”
Volop in ontwikkeling
Kleine kerncentrales zijn volop in ontwikkeling. Landen als Engeland en Verenigde Staten zijn daarin koploper. Dit zorgt er onder meer voor dat de belangstelling in Europa groeit, ook in Nederland. Verschillende provincies – waaronder Overijssel, Drenthe, Gelderland en Limburg – en gemeenten lijken in te zien dat een SMR een ‘potentieel alternatief’ kan zijn om de CO2-uitstoot te verminderen.
Wat is een SMR?
Het is een kleine kerncentrale waarvan de reactor in een fabriek wordt gebouwd. Deze reactor heeft een beperkt vermogen: van enkele tientallen tot zo’n 300 megawatt. Ze zijn er in allerlei soorten en maten. Van een zeecontainer tot een half voetbalveld. “Om een beeld te schetsen: de SMR die Rolls-Royce in Engeland aan het ontwikkelen is, is bijna net zo groot als de kerncentrale in Borssele”, aldus emeritus hoogleraar en atoomfysicus Wim Turkenburg. “Wereldwijd worden er echter wel meer dan 100 verschillende SMR’s ontwikkeld, van groot tot klein en in heel verschillende uitvoeringen.”
‘Pas in 2045 een draaiende SMR’
Dat deze centrales op termijn een bijdrage kunnen leveren voor het verminderen van de CO2-uitstoot, geeft emeritus hoogleraar en atoomfysicus Wim Turkenburg een reële kans. Maar of ze vóór 2040 in West-Friesland staan, betwijfelt hij. De reden is volgens Turkenburg simpel: met onderzoek, bouw, het vinden van een geschikte locatie, veiligheidstests en vergunningen is bij de eerste reactor zeker zo’n vijftien jaar gemoeid.
“Daarbij zullen bedrijven in Nederland eerst de resultaten en ervaringen uit het buitenland afwachten, voordat ze hun vingers eraan willen branden.” Als voorbeeld noemt hij Rolls-Royce, een autofabrikant die bezig is met de ontwikkeling ervan. De Engelse overheid wil de reactor van Rolls-Royce mogelijk kopen, naast ook een reactor van een of twee andere fabrikanten. Pas op z’n vroegst zullen die reactoren in 2035 gaan draaien.
“En dan duurt het nog zeker tien jaar voordat wij zo ver zijn. In dat geval heeft Nederland pas in 2045 een draaiende SMR staan.” Ook vraagt het om een enorme investering en zijn de bouwkosten hoog. “Dan hebben we het bij de grotere SMR’s echt over een aantal miljarden euro’s. Wie gaat dat betalen? In tegenstelling tot Engeland, waar de overheid flink investeert in kernenergie, wil de Nederlandse overheid vooralsnog er geen geld in steken.”
Bovenop het stapeltje
Dat er nog een lange weg te gaan is, houdt de gemeente Opmeer niet tegen om het verder te onderzoeken. Trekt Opmeer daarmee niet een te grote broek aan? “De regionale klimaatdoelen liggen op ons bordje, en deze doelen moeten we halen. We moeten er zelf voor zorgen dat we voldoende elektriciteit hebben. Politiek Den Haag gaat dat voor ons niet doen”, zegt Anink.
Volgens hem is het belangrijk dat de gemeente ‘bovenop het stapeltje ligt’, mocht het zover komen. “Er zal voldoende elektriciteit beschikbaar moeten zijn om bedrijven en woningen van stroom te kunnen voorzien. Kernenergie zal daarbij noodzakelijk zijn. We moeten aan de slag omdat de vraag zal blijven groeien. Nu én in de toekomst.”