Met kleine oogjes verscheen Annette Stuut uit Enkhuizen maandagochtend op haar werk. Als gevolg van het slaaptekort dat ze afgelopen dagen opliep, om haar zoon Jeffrey te zien schitteren op de Paralympische Spelen in Peking.
Het zijn vrolijke beelden. De familie Stuut die in de vroege ochtend in polonaise door de eigen huiskamer loopt. Een cameraploeg van de NOS kwam zaterdagnacht op bezoek en keek mee hoe familie, vrienden en andere bekenden meeleefden met de skiër uit Enkhuizen.
Jeffrey Stuut – die door een hersenbloeding bij zijn geboorte met spasme aan beide kanten kampt – komt op de Paralympics op verschillende onderdelen in actie. Afgelopen weekend was het drie dagen achter elkaar raak. In de nacht van vrijdag op zaterdag werd hij 17e op de afdaling, een knappe prestatie. Een dag later eindigde hij op de Super G zelfs op de elfde plek. “Hij ging als een tierelier. Jeffrey was er zelf ook heel blij mee.”
Top 10?
Mede door de vermoeidheid viel hij afgelopen nacht al snel op de combinatie, waardoor hij was uitgeschakeld voor de tweede manche. Donderdag en zaterdag komt de Enkhuizer (26) nog in actie op de reuzenslalom en de slalom. “Op de reuzenslalom kan hij zomaar bij de eerste tien eindigen”, schat zijn trotse moeder in.
Yesss!!! Vandaag 11de geworden met heel goed skiën!😁 In dit grote en enorm sterk skiveld kwam dit als een verassing…
Posted by Jeffrey Stuut on Sunday, March 6, 2022
Vol belangstelling volgen ze ‘hun’ Jeffrey, maar dan wel vanuit Enkhuizen. Door coronamaatregelen is publiek niet welkom in Peking. “Eerder dit seizoen waren we wel bij het WK in Noorwegen. Daar lukte het niet met Jeffrey. Maar de laatste tijd ging het beter met skiën. En ook in China was het gevoel goed. Ik had steeds een blij kind aan de lijn. Daar word je als moeder natuurlijk ook blij van.”
De afgelopen dagen was de familie Stuut steeds vanaf 3 uur ’s nachts wakker. De komende paar dagen kan het slaaptekort worden weggewerkt. Donderdag en zaterdag zet Annette Stuur de wekker weer. Zonder enige tegenzin, overigens. Lachend: “Het is nog even doorbijten.”