“Als ik het vergelijk met twintig jaar geleden, is de tijd die we kwijt zijn aan randzaken verdubbeld.” Woorden van huisarts Annet Wind die, samen met collega Sonja van Hattem, verbonden is aan de huisartsenpost in Hoorn en huisarts-bestuurder is van Huisartsenorganisatie West-Friesland (HWF). Met lede ogen zagen beide eerstelijns zorgverleners aan hoe de beschikbare tijd voor de patiënt minder en minder werd en er steeds meer energie in administratieve en andere zaken ging zitten.
‘Geachte nieuwe regering’
Met de verkiezingen in aantocht publiceert NH iedere dag een verhaal van een Noord-Hollander die op ons verzoek een brief schreef aan de nieuwe regering. Wat hopen of verwachten inwoners uit verschillende hoeken van onze provincie van het nieuwe landsbestuur?
Als er niks verandert zullen patiënten steeds vaker vergeefs bij de huisarts aankloppen, zo voorzien huisartsen van Hattem en Wind. Het is het pijnlijke gevolg van het feit dat huisartsen noodgedwongen steeds meer aandacht moeten geven aan randzaken. “Wantrouwen”, verzucht huisarts Wind als haar wordt gevraagd waar dat door komt. “We moeten alles verantwoorden. We moeten aantonen dat we de dingen op een goede manier doen. In plaats van dat het gaat zoals bij de belastingdienst waar ze maar moeten aantonen als het niet op de goede manier gaat. Dat zou toch veel logischer zijn en veel minder energie kosten?!”
“Wantrouwen… We moeten alles verantwoorden”
Annet Wind, huisarts
“Maar er zijn méér problemen. Door verschraling van de zorg op andere terreinen, stokt de doorstroming naar vervolg-hulpverlening met als gevolg dat de patiënten zich ophopen bij de huisarts. Wij ervaren de gevolgen van wachtlijsten in het ziekenhuis, van het vastlopen van de zorg bij de GGZ, van het moeilijk functioneren van het sociale domein”, zo legt huisarts Sonja van Hattem uit. “Patiënten die wij doorverwijzen naar een vervolgtraject, maar daar vervolgens niet terecht kunnen, blijven daardoor bij ons aankloppen.”
Oplossingen door samenwerken
Er zijn manieren om het bord van de huisarts weer wat minder vol te krijgen, zo stelt huisarts Wind. “Als we op wijk-niveau, dus kleinschalig, als de huisarts zijnde, maar ook als fysiotherapeut, apotheek, alsook als sociaal domein en welzijn zijnde, méér gaan samenwerken met elkaar, kunnen we met veel minder poppetjes dezelfde zorg verlenen. Door goede afspraken te maken en taken te verdelen, valt een wereld te winnen.”
“Door energiezuigers zit het veel collega’s tot hier”
Sonja van Hattem, huisarts
Er moet dan ook een trend worden doorbroken, zo stellen beide huisartsen. “Door de vergrijzing en het feit dat mensen steeds ouder worden, zal de huisarts alleen nog maar harder nodig zijn”, zo voorspelt van Hattem. “Maar daar is wel investering voor nodig. Ons vak is prachtig. We doen het met onwijs veel compassie. Maar het zijn die energiezuigers zoals de administratieve lasten, zoals die vastlopende vervolgzorg, waardoor het veel collega’s tot hier zit. Dat moet aangepakt worden zodat wij weer kunnen floreren als huisartsenpraktijk.”
Lees hieronder de brief die Annet en Sonja schreven aan de nieuwe regering:
Geachte regering,
De wereld staat in brand en het woord ‘bestaanszekerheid’ maakt misschien zomaar kans om ‘woord van het jaar 2023’ te worden. Bestaanszekerheid: het vermogen je basisrechten te verwezenlijken. Wat ons betreft valt de huisartsenzorg daar zonder enige twijfel onder en verdient dit thema grootse aandacht in uw verkiezingsprogramma.
Wat is huisartsenzorg? Deze vraag beantwoordt Google met: “De huisarts is in Nederland het eerste aanspreekpunt voor patiënten met vragen of problemen rondom gezondheid en ziekte. Huisartsenpraktijken vormen hiermee de spil in de eerstelijnszorg en vervullen een poortwachtersrol in het zorgsysteem.”
Deze definitie omarmen wij volledig. Ons vak is zo prachtig: dokter zijn voor het hele gezin, van geboorte tot overlijden. Een patiënt kan bij jou terecht met al zijn of haar lichamelijke of psychische probleem. Dit zijn dan onze zogeheten kernwaarden: persoonsgericht, continuïteit van zorg en (medisch) generalistisch werken.
Huisartsenzorg is de sleutel tot een duurzame, doelmatige gezondheidszorg van hoge kwaliteit. Met alle vergrijzing die op ons afkomt, kan het niet anders dan dat de huisartsenzorg (let op: lees niet de huisarts, maar de huisartsenzorg) hier een nóg belangrijkere rol in gaat spelen dan nu al het geval is. En dat doen wij graag. Wij geloven in ons vak en willen deze zo ontzettend graag met veel compassie blijven uitoefenen.
Maar ons vak met onze kernwaarden staat nu al onder druk. Het is op meer en meer plekken in het land niet meer te organiseren zoals we dat eigenlijk willen. We zijn te vaak bezig met randzaken en het oplossen van problemen. Problemen die elders horen, maar door het overlopen of niet goed functioneren van andere sectoren (zoals bijvoorbeeld de GGZ, sociale domein, wachtlijsten in ziekenhuis) bij ons belanden. Hierdoor komen wij steeds vaker niet toe aan de kern van ons vak.
De toenemende zorgvraag veroorzaakt ook druk op de financiering van de zorg. Daarmee is de kans op verdere vergroting van de tweedeling in onze samenleving. Dit geldt zeker voor de toegankelijkheid tot de zorg. Voorkom dit ten alle tijden, beste regering! Toegang hebben tot zorg mag niet afhankelijk zijn van je inkomen, digitale vaardigheden of geletterdheid.
Naast de eerdere genoemde kernwaarden, bevat ons vak nog een vierde item: ‘gezamenlijk’. Daarom spreken we ook liever over ‘huisartsenzorg’ dan over ‘de huisarts’. Want het is inmiddels iedereen duidelijk: de huisarts is niet meer één dokter met één mevrouw aan de balie, maar bestaat uit een heel team van verschillende disciplines die samen staan voor het leveren van de dagelijkse huisartsenzorg. Daarbij staan al deze teamleden met regelmaat in contact staan met andere collega’s uit de eerstelijnszorg, zoals de thuiszorg, apotheek en de collega’s in het verzorgingshuis. Gezamenlijk optrekken is onmisbaar voor (de toekomst van) de huisartsenzorg.
Het is essentieel dat wij daar ook de ruimte voor krijgen, figuurlijk en letterlijk. Geef ons meer mogelijkheden voor ondersteuning in de praktijk, geef ons ruimte om extra medewerkers in te schakelen en ons team uit te breiden. Zorg ook voor goede waardering, zowel gevoelsmatig als in harde euro’s, voor werken in de eerstelijnszorg. De eerstelijnszorg is waar de toekomst van de zorg ligt en daar moet simpelweg hard in geïnvesteerd worden. Laat dit kraakhelder terugkomen in uw verkiezingsprogramma en draag dit uit in uw campagnes en optredens in de media.
Zorg dus ook voor letterlijke ruimte. We willen onze teams graag groter hebben, meer samenwerken met andere eerstelijnszorgaanbieders, maar we hebben simpelweg de vierkante meters niet. Beroep u daarbij niet op het argument dat wij ondernemers zijn en we dit dus zelf moeten oplossen. Ons vak is, als gevolg van een andere wijze van financiering, niet te vergelijken met de ‘gewone ondernemer’ met een commercieel winstoogmerk. Het kan op dit soort zaken niet als zodanig beoordeeld worden. We hebben gemeenten nodig om te investeren in gebouwen waarin huisartsenteams kunnen werken.
Zorg daarbij dat wij als medisch zorgverleners niet nog meer administratieve lasten krijgen, maar laat onze administratieve lasten afnemen. Laat ons de patiënten zien en voor ze zorgen; dat is waar wij goed in zijn, dat is waar wij voor opgeleid zijn, dat is wat wij leuk vinden, dat is waar wij energie van krijgen (standpunten LHV).
De overgrote meerderheid van de huisartsen die hun opleiding net hebben afgrond, wil praktijkhouder worden. Een groot deel verandert echter in de eerste jaren van mening als gevolg van de hierboven genoemde problemen. Pak deze energiezuigers aan. Dan kunnen wij ervoor zorgen dat collega’s weer praktijkhoudende huisarts worden (en blijven) en dat de praktijkhouder weer floreert als coördinerend huisarts in de huisartsenpraktijk.