Het was een roerig jaar voor de museumwereld. De musea moesten voor een lange tijd dicht vanwege de lockdowns. Corona zorgde voor beperkingen van het aantal bezoekers en toeristen bleven weg. Het jaar 2021 gaat de boeken in als een jaar vol uitdagingen, dat flexibiliteit vergde van zowel de bezoekers als medewerkers en vrijwilligers, vertellen de directeuren van de West-Friese musea. Toch zijn ze niet ‘geheel ontevreden’ over het tweede coronajaar. 

Ondanks de omstandigheden, het museum moest bijna een halfjaar dicht, is directeur Hans Stuijfbergen, van het Museum van de 20e Eeuw in Hoorn, toch tevreden over het tweede coronajaar. Het museum trok dit jaar bijna 30.000 bezoekers. Het jaar daarvoor waren dat er nog zo’n 31.000. “Gelukkig bleven de bezoekers ook dit jaar enthousiast en kwam de continuïteit niet in gevaar”, blikt de directeur terug. 

Stuijfbergen baalt van de lockdowns, die ook het museum troffen. “Dat is vervelend voor onze medewerkers, zeker ook de 75 vrijwilligers, maar dit wil je ook niet voor je bezoekers. De planning van tentoonstellingen wordt ook lastig en je moet natuurlijk nog meer op de uitgaven letten.”

Het museum heeft, ondanks de coronasituatie, de huidige succesvolle exposities kunnen verlengen, die nog steeds veel bezoekers trekken. “En het verlengen van die exposities scheelt weer in de kosten”, vult Stuijfbergen aan. “We hopen weer snel open te kunnen, maar of dat al op 15 januari is, blijft ook voor ons spannend.”

Een jaar vol uitdagingen

Ook het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen blikt terug op een enerverend jaar. “Het jaar 2021 gaat de boeken in als een jaar vol uitdagingen, dat flexibiliteit vergde van zowel de bezoekers als medewerkers en vrijwilligers”, zegt directeur Stephan Warnik. “De coronamaatregelen zorgden ervoor dat er binnen de organisatie continue geschakeld moest worden. Van twee lockdowns aan zowel het begin als het einde van het jaar, tot het annuleren van diverse activiteiten.”

Toch is hij tevreden over het aantal bezoekers in 2021. Vorig jaar konden ze bijna 150.000 bezoekers verwelkomen. Twee jaar geleden lag dit aantal op ruim 130.000 bezoekers. “Een lichte groei van ruim 14 procent. Met name in de zomerperiode wisten de bezoekers het museum weer als vanouds te vinden.”

Dit jaar stond het Zuiderzeemuseum in het teken van toerisme, een thema dat volgens Warnik perfect aansloot op de actualiteit. “De opkomst van het coronavirus plaatste het toerisme, zoals we dat kennen, in een ander perspectief. In plaats van buitenlandse toeristen zijn het nu Nederlanders die in eigen land op vakantie gaan”, voegt hij daar met een glimlach aan toe.

Op 3 december vorig jaar opende het museum een nieuwe tentoonstelling, genaamd Winterkoorts, over de ontberingen en de ijspret van de Zuiderzee. Ook ging de tentoonstelling over de barre winters van vroeger. Tot aan de lockdown – vanaf zondag 19 december – waren de reacties van de bezoekers veelbelovend, vertelt Warnik. “Het is heel jammer dat we nu dicht zijn. Het onderwerp van de tentoonstelling sluit zo goed aan op deze tijd van het jaar. We hopen dan ook dat musea weer snel open mogen op 15 januari.”

Bekijk hieronder de reportage over de tentoonstelling Winterkoorts die NH Nieuws vorig jaar maakte. Tekst gaat verder na de video.

Ook het Westfries Museum in Hoorn heeft een zwaar jaar achter de rug. Vorig jaar wist het museum ruim 20.000 bezoekers te lokken naar hun tentoonstellingen, met augustus als topmaand. Twee jaar geleden telde het museum nog bijna 22.000 bezoekers. “Beide aantallen liggen flink onder de 54.000 bezoekers die we in 2019 mochten verwelkomen. Dit aantal was nog inclusief de bezoekers van museumschip de Halve Maen. Grote boosdoener van de daling is natuurlijk het coronavirus”, stelt woordvoerder Marian Vleerlaag. 

Toch overheerst het gevoel van trots op alles wat het museum heeft kunnen realiseren, vertelt Vleerlaag. “We hebben live en online veel enthousiaste reacties gehad op onze tijdelijke tentoonstelling ‘Ambacht aan de wand, de betovering van beschilderd behang’, die ook heel goed bezocht is.”

“We kunnen concluderen dat we het gewoon hartstikke goed gedaan hebben”

Directeur Harry de Bles van Stoommachinemuseum

Niet alleen vanwege de lockdown blijft het museum in het nieuwe jaar nog gesloten. De gemeenteraad heeft namelijk besloten om het monumentale pand grootscheeps te renoveren en het samen te trekken met het buurpand Roode Steen 15. “Daarmee kan niet alleen de fundering worden hersteld, maar kunnen we ook een verduurzamingsslag maken en het museum toegankelijk maken voor mensen met een rolstoel, iets dat al heel lang een wens van ons is”, legt Vleerlaag uit. Dit betekent dat het museum op 1 januari 2023 haar deuren sluit en de verwachting is dat de verbouwing zo’n twee jaar gaat duren.

Moedig voorwaarts

Directeur Harry de Bles van Stoommachinemuseum in Medemblik blikt positief terug ondanks het bewogen jaar. “We kunnen concluderen dat we het gewoon hartstikke goed gedaan hebben”, zegt hij. “Geslaagde evenementen, zoals de stoombootrondvaarten. Een virtueel museum met ruim 12.000 tevreden bezoekers. Restauraties aan de emmerbaggermolen, ons topstuk de stoommachine Backer & Rueb en een stoomwals rijker. Beter kan bijna niet.”

Als kers op de taart kreeg het museum, door het Koninklijk Instituut voor Ingenieurs (KIVI), de ‘Willem Wolffprijs 2021’ toegekend, een prijs om kleine musea en lokale initiatieven op het gebied van techniekgeschiedenis te kunnen ondersteunen. Dit kregen ze voor de e-learning, die ze hebben samengesteld voor machinisten in opleiding. 

In 2022 hoopt het museum haar verbouwing van het bezoekerscentrum, die begin vorig jaar ruw werd onderbroken, te herstarten. “We hopen dat de subsidiegevers de vertraging en het aangepaste plan ons niet kwalijk gaan nemen. Een stapje terug in ambitieniveau is onvermijdelijk, maar moedig voorwaarts en op stoom blijft ons motto”, besluit De Bles. 

‘We zagen het aankomen’

Ook directeur René van den Broeke van de Museumstoomtram Hoorn-Medemblik is niet geheel ontevreden, ondanks de omstandigheden. Het museum mocht dit jaar ruim 40.000 bezoekers ontvangen, waarmee ze samen 10.000 kilometer hebben gereden. Volgens de directeur veel te weinig, maar nog te overzien. “We zagen het tekort al aankomen. Veel rijdagen konden we niet uitvoeren, zeker niet tijdens de drukke lentedagen waar we traditioneel de kleurrijke tulpen langs het spoor en perrons hebben staan.”

Ook de anderhalve meterregel zorgde voor minder zitplaatsen in onze locomotieven en trams, stelt Van den Broeke. “We hopen dat we snel weer meer bezoekers mogen ontvangen en dat het bij twee coronajaren blijft.”

Momenteel is het museum druk bezig met de voorbereidingen voor volgend jaar, zoals de uitbreiding van de werkplaats het Bello Atelier in Hoorn. “We zijn een themapark aan het ontwikkelen, waarin we het verhaal over het kleinschalig railvervoer en de stroomtram in Nederland beter kunnen vertellen, iets wat we alleen tijdens de rijdende presentaties doen”, vertelt de directeur. “We hopen hiermee ook meer historische stoomtrams te kunnen gaan restaureren, zodat we blijven groeien als museum.”