Deze afgelopen week sprak ik een nichtje. Zij werkt tegenwoordig bij één van de Westfriese gemeenten. Natuurlijk is het bijzonder leuk om te horen dat ze bezig is in één van de zeven administraties, die voor de eigen gemeente de zaken zo goed mogelijk geregeld willen hebben.

Het gesprek begon steeds breder te worden en zij kon mijn nieuwsgierigheid naar de gang van zaken van diverse gemeentelijke aangelegenheden redelijk te bevredigen. Niet dat ze allerlei ambtelijke geheimen openbaarde. Ik ben daar niet echt benieuwd naar, maar toen ik de samenwerking tussen de Westfriese gemeenten ter sprake bracht, konden we het over een aantal zaken helemaal eens zijn met elkaar.

Samenwerking tussen ambtelijke organisaties zou best succesvol te regelen zijn, ware het niet, dat in elke Wesfriese gemeente ook gemeenteraden zijn, die graag het allerbeste voor de eigen gemeente geregeld willen zien.

Ik kan zeggen, dat ik redelijk op de hoogte ben van de manier waarop in Hoorn politiek bedreven wordt. Ik durf te zeggen dat wanneer het in de andere zes gemeenten net zo gaat, dat er wat intensieve samenwerking in Westfries verband niet te hoge verwachtingen moeten worden gewekt. Ook mijn nichtje wist intussen dat ambtelijke samenwerking binnen de SED-gemeenten een hele opgave is.

De gemeenteraden bestaan uit mensen die gekozen zijn door de stemgerechtigden in de eigen gemeente. Er zijn veel lokale partijen die de belangen van de eigen gemeente bovenaan het belangenlijstje hebben staan. Er zijn ook partijen die een landelijke spreiding kennen. Neem van mij aan dat ook bij hen de Haagse belangen niet bovenaan in de verlanglijstjes staan. Ook voor deze politieke hobbyisten is heel duidelijk waar de gemeentegrenzen getrokken zijn. Als politicus ben je geen knip voor de neus waard, wanneer je de regie over belangenbehartiging helermaal aan anderen overlaat. Je wilt overal op de eigen stempel kunnen herkennen.

Wat de SED-gemeenten betreft, kun je rustig zeggen, dat intensieve arbeid- en geldbesparende ambtelijke samenwerking wordt bemoeilijkt door de raadspartijen in die gemeenten. Wanneer ik de prachtige inzet van de Hoornse politici voor de Hoornse belangen bekijk, dan durf ik te adviseren aan de omringende gemeenten: begin in godsnaam niet aan een gezamenlijke ambtelijk orgaan! Dat gaat financieel gigantisch uit de klauw lopen en er komt veel te weinig van de grond.

Is het handig of nodig om binnen Westfriesland meer zaken gezamenlijk aan te pakken? Het goed antwoord is: Ja! Er worden veel dingen zevenvoudig aangepakt. Er bestaat natuurlijk al een flink aantal jaren een gezamenlijk plan met de prachtige titel: Het Pact van Westfriesland. Dit is niet bedacht door de bevolking van deze streek. De bevolking is nagenoeg nul geïnteresseerd in intensievere samenwerking tussen de gemeenten.

De belangstelling van het merendeel van de Westfriese bevolking gaat niet veel verder dan één of meer blokjes van de eigen straat. De politicus weet dat en kent het risico van te ver voor de muziek uit te lopen. De Westfriese politicus wint meer stemmen wanneer alleen en/of enthousiast wordt gesproken over de straatbelangetjes.

Hoewel ik nu best een poging wil doen om toch wat positiever over te komen, heb ik alleen de hoop dat in alle zeven Westfriese gemeenten die samenwerkingsambities hebben er politici zullen komen die het aandurven om de aandacht van de burgerij ook te trekken voor de Westfriese mogelijkheden om de eigen gemeente vooruit te helpen. We gaan dat de komende maanden allemaal horen, of niet natuurlijk.

Disclaimer: De inhoud van de column is uitsluitend voor rekening van de auteur. Streekomroep West-Friesland is niet ge- of verbonden aan een politieke partij of welke politieke richting dan ook, maar geheel autonoom en onafhankelijk.