De stichting Zorg Zoals de Westfries het Wil heeft samen met de apotheek een kleinschalig onderzoek naar medicijngebruik uitgevoerd in de gemeente Stede Broec.

Uit het onderzoek kwam naar voren dat huisbezoek waarbij ondersteuning wordt geboden bij het medicijngebruik erg op prijs wordt gesteld door ouderen. “Er zijn met een farmaceutisch consulent 26 huisbezoeken gedaan,” vertelt Wim van Hilten aan WEEFF Radio. “Aan de keukentafel met de doos medicijnen open bleek het bij een twintigtal niet op orde te zijn.

Zorg Zoals de Westfries het Wil ontdekt: te weinig geld voor goede begeleiding

“Wanneer je ontslagen wordt uit het ziekenhuis ben je blij dat je daar weg gaat. Bij de apotheek hoor je weer andere dingen. Dan kom je thuis en zie je al die doosjes op tafel staan. En dan denk je moest ik dat oude medicijn nu nog wel gebruiken of niet? En dan beginnen de problemen,” aldus Wim van Hilten.

“De drie partijen (red. ziekenhuis, apotheek en huisarts) moeten de kwetsbare oudere thuis in de gaten houden,” vertelt hij.  “Maar ze hebben tekort financiële middelen en tijd om dit goed te kunnen begeleiden.”

Zorg Zoals De Westfries Het Wil vraagt om herziening vergoedingsstructuur

Met de uitkomst van het onderzoek in handen heeft stichting Zorg Zoals De Westfries Het Wil de zorgverzekeraar gevraagd de huidige vergoedingsstructuur rondom het ontslag van een patiënt uit het ziekenhuis te herzien.

“Ze gaan eerst kijken of het met behoud van de huidige vergoedingsstructuur verbeterd kan worden. Wij hebben feitelijk al aangetoond dat dit niet kan.”

West-Friesland als pilotgebied?

De stichting heeft ook al met enkele tweede Kamerleden gesproken. Met West-Friesland als proefgebied zou de stichting aan willen tonen dat met huisbezoeken de cliënt beter kan worden ondersteund dan nu het geval is.

Binnen gemeenten vinden er wel al bezoeken van vrijwilligers plaats ter bestrijding van eenzaamheid. “Het zou mooi zijn dit te kunnen koppelen aan een professioneel huisbezoek van een farmaceutisch consulent. Dan kan de gemeente wellicht meefinancieren.” De stichting verwacht binnen een half jaar hier verder over te kunnen berichten.