Zorgprofessionals in West-Friesland luiden de noodklok over de jeugdzorg in de regio. Het huidige systeem zorgt volgens hen voor mindere kwaliteit van zorg en vooral veel administratie. Bovendien hangt de zorgaanbieders in de toekomst een financiële vermindering van 30 procent boven het hoofd als de zorgdoelen niet behaald worden.
Sinds 2020 wordt in West-Friesland gewerkt met resultaatgerichte financiering van de jeugdzorg. Waar zorgaanbieders voorheen geld ontvingen voor de tijd die zij nodig hadden om een jongere te helpen, krijgen zij nu een budget om een vooraf gesteld doel te halen. Dit is volgens professionals een probleem.
“Als je bijvoorbeeld een kind met ADHD behandelt en dat gaat goed, maar het jaar daarna krijgt het te maken met een wisseling van leerkrachten of de ouders gaan scheiden, waardoor het slecht gaat met het kind. Heb je dan je resultaat niet bereikt? Aan wie ligt het dan? Hoe ga je dat meten? Het is veel te complex om te meten”, legt Hilmar Backer uit, jeugdpsychiater en lid van een actiegroep van zorgprofessionals.
Systeem moet tot betere zorg leiden
De gemeenten staan hier lijnrecht tegenover en zien juist kansen. Het systeem zou de jeugdzorg juist moeten verbeteren. “We willen dat de ouders en jongeren centraal staan. Het is ingestoken om professionals meer de ruimte te geven, minder administratieve lasten te krijgen en om ervoor te zorgen dat de zorg sneller verleend kan worden”, aldus de Hoornse zorgwethouder Marjon van der Ven.
Volgens de zorgprofessionals is juist het tegendeel waar. Ook het plan om zorgaanbieders zeventig procent uit te betalen als zij de doelen niet halen valt niet goed. “Als je tegen een aannemer zegt: ‘de keuken moet er zo en zo uitzien, anders word je dertig procent gekort.’ Dan kan ik je voorspellen dat je nul aannemers gaat vinden die dat willen”, aldus jeugdpsychiater Backer.
Verschillende zorgprofessionals stuurden als actiegroep twee keer een brandbrief naar de zeven West-Friese gemeenten, waarin ze de gemeenteraden oproepen om in te grijpen. Volgens hen veroorzaakt een korting van dertig procent dat de lat voor de zorg lager ligt of moeilijke gevallen niet meer worden aangenomen. “Het risico dat doelen dan niet gehaald worden, en er dus niet volledig betaald gaat worden, wordt dan te groot. Stel dat we dit in de medische zorg zouden doen, wie zou er dan oncoloog willen worden?”
Teleurstelling om brandbrieven
De brieven zorgden voor verbazing en teleurstelling bij wethouder Marjon van der Ven. De wethouder reageerde fel in een brief aan de Hoornse gemeenteraad. ‘We missen in de brief de zelfreflectie bij de betreffende zorgprofessionals op hun eigen rol’, valt er onder meer te lezen.
“Volgens mij hebben wij als gemeente altijd opengestaan voor instellingen en medewerkers om hun zorgen te uiten, maar dat doe je niet via een brandbrief. Dan kom je langs bij de gemeente en vooral bij je eigen werkgever”, legt Van der Ven uit.
Zelf zegt de wethouder andere verhalen te horen in gesprekken met instellingen. “We hebben vorige week nog om tafel gezeten. Die kijken heel positief aan tegen de wijze van werken. Uiteraard zijn er verbeterpunten en die worden verder uitgewerkt. Negen van de tien mensen bij de zorginstellingen is tevreden over deze manier van werken.”
Volgens de actiegroep van zorgprofessionals durven de zorginstellingen zich niet uit te spreken. “Die zijn bang dat ze hun contracten verliezen bij de gemeenten”, verklaart jeugdpsychiater Hilmar Backer.
Volgens de actiegroep is niet de zorg het belangrijkst, maar het terugdringen van de kosten. “Het heeft niks meer met de idealen van de jeugdzorg te maken: ontzorgen, dicht bij huis. En nu gaat het erover of het wat goedkoper kan, wat minder, want ze komen miljoenen te kort.”
Miljoenentekorten door jeugdzorg
Al jaren zijn de oplopende kosten voor jeugdzorg een groot probleem voor de gemeenten. Alleen al in West-Friesland lopen de tekorten op tot meerdere miljoenen, met regelmatig bezuinigingen en belastingverhogingen tot gevolg.
De beschuldiging dat alles alleen draait om het drukken van de kosten schiet bij de wethouder in het verkeerde keelgat. “Negen van de tien aanvragen worden zonder problemen toegewezen”, legt ze uit. “Het is een broodjeaapverhaal dat het alleen om geld gaat. Het uitgangspunt is altijd betere en snellere zorg voor de ouders en de kinderen, de administratieve last verminderen en professionals meer ruimte te geven. En als het alleen maar om geld zou gaan, dan hadden de gemeenten geen tekorten op hun begroting gehad.”
Hoop op extra geld vanuit het Rijk
De echte oplossing lijkt bij het Rijk te liggen. Bij het overgaan van de jeugdzorg naar de gemeenten in 2015 is er flink gekort op het budget. Mogelijk komt daar verandering in: de Vereniging van Nederlandse Gemeenten won een arbitragezaak tegen het kabinet. De commissie stelde dat de komende jaren structureel miljarden euro’s extra moet worden uitgetrokken. Of dat ook gaat gebeuren is onduidelijk. Demissionair-staatssecretaris Paul Blokhuis zegt het te zien als zwaarwegend advies en op korte termijn met een reactie te komen.