Een gebrek aan parkeerplaatsen bij de binnenstad van Enkhuizen betekent ook dat er minder plaatsen zijn voor bezoekers van het Zuiderzeemuseum. Hun wens om extra ruimte vrij te maken, sneuvelde bij de plannen voor het nieuw ontwikkelde Enkhuizerzand. “Je wilt dat je eigenlijk twee attracties hebt om een bezoeker naar Enkhuizen te krijgen, namelijk het museum en de binnenstad.”

Het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen trekt jaarlijks ongeveer 285.000 bezoekers, en zorgt voor veel werkgelegenheid in de regio. “We hebben 300 vrijwilligers, en zo’n 125 FTE (voltijdbanen in uren, red.) verdeeld over 270 betaalde medewerkers”, licht museumdirecteur Stephan Warnik toe in het programma De Tafel van Knook. “Dus dat is omvangrijk voor West-Friesland.”

Qua bezoekersaantallen zit het museum in Enkhuizen weer op het niveau van voor de pandemie in 2020. “Gelukkig merken we dat we voorlopen op de voorgaande jaren”, aldus Warnik. “Het belooft een goed jaar te worden.”

Bekijk hier het hele interview. De tekst gaat verder.

YouTube video player

Problemen met parkeren

Meer bezoekers betekenen ook meer geparkeerde auto’s. En dat is lastig, want bij het museum parkeren is niet mogelijk. “Helaas is die kans voorbij gegaan toen het Enkhuizerzand werd ontwikkeld”, legt de museumdirecteur uit. “Toen hadden wij ook een wens neergelegd om een parkeerplaats naast het museum te creëren. Je wilt dat je eigenlijk twee attracties hebt om een bezoeker naar Enkhuizen te krijgen, namelijk het museum en de binnenstad.”

Waarom die plannen niet zijn doorgegaan, is Warnik een raadsel. Volgens de directeur had men het toen over ’te veel blik op het strand’. Er was geen oog voor het lange termijn belang van het museum om te kunnen kiezen, zo zegt Warnik. “Met dit weer willen mensen met de boot, maar soms hebben ze ook meer dan een uur in de auto gezeten. En die verwachten dan niet dat ze moeten wachten. Dan duurt het te lang”, aldus Warnik. “Je wilt ook kort bezoek mogelijk maken.”

“Drempel voor bezoekers, jammer voor de stad”

Een tweede optie met parkeren en vertrekpunt voor veerboten bij het treinstation in Enkhuizen bleek ook geen optie. “Dus we zitten nu met een model wat op sommige momenten super aantrekkelijk is, zoals nu. Maar in oktober, of in april als het vijf graden is en regent, dan is dat niet ideaal. Want het werpt een drempel op voor potentiële bezoekers. En dat is jammer voor ons als museum en voor de stad Enkhuizen zelf als het gaat om inkomsten genereren van onze bezoekers”, sluit Warnik af.