Een maand na stormen Dudley, Eunice, Franklin en bomenkap door ziekte, kan de balans worden opgemaakt. Uit navraag door NH/WEEFF blijkt dat er veel schade is ontstaan en hebben zo’n 829 bomen uiteindelijk het loodje gelegd. Kostenplaatje: ruim 500.000 euro.
Het waterschap boven het Noordzeekanaal laat aan NH weten dat er dit jaar alleen al zo’n 440 bomen in West-Friesland gekapt moesten worden. Dit vanwege ziekte of ouderdom: bomen die slap en kwetsbaar zijn geworden. Ook de drie stormen in februari zorgden voor flinke schade. “In onze regio zijn er zo’n 90 bomen door storm of ten gevolge van deze storm omgegaan, waarvan 30 aan de Tuinstraat in Hauwert”, somt woordvoerder Jorrit Voet de aantallen op.
Een ‘slagveld’ in Hauwert dus. Veel bomen waren al deels over de weg gevallen, soms met wortel en al en soms doordat ze bij de stam waren afgebroken. “Ze blokkeerden de wegen en vormden een gevaar voor het verkeer. Boomwortels zorgen voor het opdrukken van de bestrating en het beschadigen van asfalt en bermen. Voor kabels en leidingen in de grond is dat geen pretje”, aldus Voet.
Ook in Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland begaven 85 bomen het door het stormgeweld. “Omdat we ons bomenbestand regelmatig controleren op ziektes en ouderdom, gaat het voornamelijk om gezonde bomen die zijn omgewaaid of beschadigd”, licht woordvoerder Ilma Tjeertes toe.
In Koggenland waren dat er 27. Voor de veiligheid van fietsers en automobilisten. Maar ook vanwege noodkap. “Sommige bomen blijven staan, maar aan de scheurtjes in de grond kunnen we bijvoorbeeld zien dat die bij een volgende storm wellicht om kunnen waaien”, zegt woordvoerder Ellen Basjes. “Ons streven is om voor elke gekapte boom, minimaal één andere boom ergens anders in Koggenland terug te zetten.”
Ook Hoorn is niet schadevrij gebleven. De gemeente moest zo’n 200 bomen opruimen, waarvan een deel in parken. En begin maart werden er door de provincie nog eens 17 bomen gekapt, dit gebeurde langs de provinciale weg, N307, bij Broekerhaven in Bovenkarspel. “Ze zijn beschadigt door de storm en vormen daarom een risico voor automobilisten.”
Bomenkap door ziekte of ouderdom
Niet alleen door stormen Dudley, Eunice en Franklin moesten bomen wijken. Ook werden er bomen gekapt omdat ze ziek of oud zijn. Er zijn veel bomenziekten in Nederland. Zo komen essentaksterfte en iepenziekte het vaakst voor in onze regio. Een oude of zieke boom moet worden gekapt, omdat hij anders kan omvallen en dus niet veilig is voor de samenleving.
Zo werden er in januari 184 bomen in Medemblik en Enkhuizen gekapt, omdat ze in slechte staat waren en een gevaar voor het verkeer zorgden. “Langs een aantal wegen ging het om een flink aantal bomen, waardoor het een kale bedoeling is geworden”, aldus Jorrit Voet van het waterschap. “Deze bomen worden zoveel mogelijk komend najaar teruggeplant.”
Een maand later werden er 167 bomen langs de Dijkgraaf Grootweg in Andijk en Esdoornlaan in Grootebroek weggehaald. Vooral essen en wilgen die door de essentakziekte waren aangetast, moesten uiteindelijk wijken.
Voet: “Het enige wat we kunnen doen om de verspreiding van essentaksterfte zoveel mogelijk tegen te gaan, is door zieke bomen weg te halen. Zo voorkom je meer slachtoffers.”
Herplantingsplicht
De Wet natuurbescherming verplicht om binnen drie jaar na het kappen de bomen te herplanten. Hierbij moet de nieuw beplanting in verhouding staan tot de gekapte ‘houtopstand’. Dit houdt in dat bijvoorbeeld een eik niet mag worden vervangen door een populier of wilg, maar wel door een beuk.
Herplanten
Ook als bomen verloren zijn gegaan door of worden gekapt na een storm of ziekte, moeten deze binnen drie jaar worden vervangen. “Na de kap wordt gelijk gestart met de herplanting van dit gebied”, zegt Voet. “Zo’n 305 bomen zijn teruggeplant. Er staan dus meer bomen dan dat er gekapt zijn. Dit zijn wél jonge boompjes, dus ze hebben nog niet de lengte van de oude bomen. Dat duurt nog een paar jaar.” Dat zijn voornamelijk wilgen en iepen, die resistent zijn tegen iepenziekte. “Er wordt goed nagedacht over welke bomen waar kunnen overleven.”
In het najaar doet het waterschap een rondje langs de velden om bomen aan te planten op geschikte groeilocaties. Het is nog onduidelijk om welke locaties het gaat. “We hanteren zoveel mogelijk het principe boom eruit, nieuwe boom terug. En als de locatie het toe laat, planten we extra bomen terug.”
Opruimen veel werk
Het opruimen kost veel tijd en geld. Omwonenden klagen dan ook met regelmaat over omgevallen bomen die te lang blijven liggen. Op de vraag of er een prioriteitenlijstje is, reageert Voet: “De wegen worden zo snel mogelijk vrijgemaakt voor het verkeer. De prioriteit ligt bij de meest kwetsbare deelnemer: de fietser. Op deze wijze prioriteren we al ons werk, maar ook het opruimen van bomen en takken.”
De weginspecteurs van het waterschap rijden met regelmaat over de wegen, en blijven de aangewezen plekken waar achtergebleven bomen of takken liggen melden. “Maar met ruim 1.000 kilometer aan wegen is het een logistieke puzzel om alles op te ruimen. We willen dat zo efficiënt mogelijk doen, dus niet voor ieder hoopje takken een vrachtwagen die kant opsturen. Takken die veilig langs de kant liggen, moeten dan soms iets langer blijven liggen. Maar inmiddels is alles nu zo goed als weg.”
Ook Ellen Basjes (gemeente Koggenland) beaamt dit. “Veiligheid gaat voor en wanneer er een boom op de weg ligt, wordt deze zo snel mogelijk opgeruimd.” Bomen die in de sloot zijn terechtgekomen, komen volgens Basjes als laatste aan de beurt. “Sommige bomen moeten daarom nog opgeruimd worden. Dit wordt aankomende week gedaan.”
Veel regen gevallen
In de periode dat de stormen over West-Friesland raasden, was er ook veel regen gevallen. Dit resulteerde onder meer in een vertraging van de opruimdienst. “De grond was daarom erg drassig”, verklaart woordvoerder Lisa Beerepoot van de gemeente Hoorn.
Een deel van de omgewaaide bomen is alleen te bereiken via onverharde grond, zoals in parken. Beerepoot: “En het opruimen van deze bomen moet gebeuren met zware machines. Om schade aan het gras te voorkomen, hebben we moeten wachten tot de grond droger was en meer draagkracht kreeg.”