Menig Horinees kent ze wel: de ‘pispaaltjes’ die op de Roode Steen voor het Westfries Museum uit de grond staken. Door de verbouwing van het museum zijn de kanonnen drie jaar geleden opgegraven en onderzocht. In volle glorie zijn ze nu weer te zien en is bekend waar ze vandaan komen.
De kanonnen lagen eeuwenlang half begraven in de grond. Totdat nieuwsgierige archeologen drie jaar geleden hun kans schoon zagen tijdens de verbouwing van het museum en ze eindelijk opgroeven. De reden? Achterhalen wat hun herkomst is en wanneer ze zijn gemaakt.
“Tot onze stomme verbazing waren ze op een paar flinters na compleet”, blikt archeoloog Michiel Bartels van Archeologie West-Friesland terug op de opgraving in 2022.
Volgens hem komt dit doordat de kanonnen in zand zijn gegraven. “Als een gietijzeren kanon in het water ligt, trekt het zoutmoleculen aan. Haal je het uit het water, raakt het in schok en blijft het roesten. Dat het zich zo goed stabiliseert, had ik niet verwacht.”
Ouder en buitenlands
De kanonnen blijken na uitgebreid onderzoek veel ouder te zijn dan aanvankelijk gedacht. Ze dateren niet uit de late 17e of vroege 18e eeuw, maar zijn gemaakt tussen 1620 en 1650.
Tekst gaat verder onder de foto.

Eén van de kanonnen is afkomstig uit een oude ijzergieterij in het Zweedse Huseby, terwijl de andere twee uit Engeland komen.
“Kanonnenspecialist Nico Brinck heeft heel veel lijsten en archieven van fabrieken die kanonnen maakten en inkopers van vroeger. Hierdoor kunnen we de exacte tijd waar de kanonnen vandaan komen vaststellen.”
Restauratiewerk duurde 1,5 jaar
Anderhalf jaar duurde de opknapbeurt van de kanonnen. De kanonnen zijn minutieus schoongemaakt en kregen een nieuwe lik verf. Met het aanbrengen van een nieuwe zwarte laklaag en het schild van de Admiraliteit van het Noorderkwartier, is de restauratie van de kanonnen helemaal klaar.
Om de kanonnen weer helemaal in oude staat terug te brengen, ging Paul van de Vaart van Stichting Varend Erfgoed aan de slag om zogenoemde ‘rolpaarden’ te maken. Dat zijn de karretjes die werden gebruikt om de kanonnen mee te verplaatsen. De rode kleur ervan, die deed denken aan bloed, moest tegenstanders misleiden en afschrikken. De bouw van een rolpaard moet goed in elkaar steken, aangezien een kanon duizend kilo weegt.
Tekst gaat verder onder de foto’s.
Rijke havenstad maar goedkopere kanonnen
Hoewel Hoorn in de 17e eeuw bekend stond als een welvarende en rijke havenstad door onder andere handel in specerijen, werd er vooral gekozen voor goedkopere, gietijzeren kanonnen. Die werden geïmporteerd uit Engeland, Zweden en Polen, waar ijzererts voorkwam.
Bartels legt uit waarom dat zo is: “Bronzen kanonnen zijn negen keer duurder dan gietijzeren. Ze gaan langer mee en zijn niet magnetisch. Maar oorlogsschepen uit die tijd hadden doorgaans 44 tot 48 kanonnen aan boord. De kosten liepen daardoor snel op.”
De drie opgegraven kanonnen dienden als wapens zowel op zee als op land, net als de meeste uit die tijd. Waarom de kanonnen later werden ingegraven? “Ze dienden als bescherming”, aldus Bartels. “Zo konden karren en rijtuigen uit die tijd de gebouwen niet beschadigen.”
Tekst gaat verder onder de foto.

De onthulling van de kanonnen en rolpaarden op Open Monumentendag vandaag moet de bekroning worden op hun harde werk. “De mensen die er spontaan langslopen, vinden het heel mooi en complimenteren ons”, vertelt Van der Vaart. “Ik denk dat het publiek dat ook vindt.”
Niet meer ondersteboven ingraven voor Westfries Museum
Dan rest nog de vraag: wat gaat er met de kanonnen gebeuren na Open Monumentendag? Daar zijn het alle drie over eens: ze blijven aan de zuidzijde op het Oostereiland staan. “We gaan ze in ieder geval niet meer ondersteboven ingraven voor het Westfries Museum”, vertelt Bartels lachend.
Kijk hier de reportage van oktober 2022 toen de kanonnen uit de grond werden gehaald: