Vanaf augustus 1944 landden Nederlandse manschappen van de Prinses Irene Brigade op de stranden van Normandië om mee te strijden voor de bevrijding van West-Europa. Onder hen waren veel jonge mannen uit Noord-Holland die in 1940 als militairen uit de handen van de Duitsers wisten te blijven. Of Engelandvaarders die konden ontsnappen om deel te nemen aan de strijd. Lang niet iedereen kwam weer heelhuids thuis.
In Spaarndam wordt een expositie opgericht waarin sergeant Heimen Germans een rol krijgt. Germans verloor zijn leven in de laatste slag van de Prinses Irene Brigade bij Hedel. Op 25 april 1945, vlak voor het eind van de oorlog, werd hij doodgeschoten door de Duitsers.
“Er was nog iemand vanuit het zuiden naar Spaarndam gekomen om zijn vrouw Mijntje te vertellen dat het goed ging met hem en dat hij snel thuis zou komen. Maar toen ging het dus alsnog mis. De volgende dag kwam een veldprediker naar haar toe om te vertellen dat hij overleden was”, vertelt Wim Koelman van de Historische Werkgroep Spaarndam.
Tekst gaat verder onder de foto
Koelman is een paar dagen terug nog in Hedel geweest om te kijken waar de slag plaatsvond en om bloemen te leggen bij het monument voor de gevallenen. “Dat was erg indrukwekkend. Ik kan me de verhalen uit die tijd ook nog herinneren. Heimen werd al snel na de oorlog herbegraven in Spaarndam. Mijn ouders hebben de saluutschoten nog gehoord.”
Heimen’s lichaam was op een vrachtwagen vanuit Brabant naar Spaarndam gebracht. Voor hij begraven werd, stond zijn kist eerst in het Rijnlandshuis, vlak bij de plek waar straks de expositie te zien is. “Dankzij mannen zoals Heimen kunnen wij hier zo praten met elkaar. Hij verdient dan ook alle aandacht van ons”
Tekst gaat verder onder de foto
Abraham du Bois uit Heiloo is ook één van de Noord-Hollanders die in de strijd om het leven komt. Hij vecht in de meidagen van 1940 tegen de Duitsers in de Brabantse Peel en weet na de Nederlandse overgave via Frankrijk te ontsnappen naar Engeland. Hij neemt materieel en mannen met zich mee.
Omdat ze bang waren dat hij zou vluchten hebben ze later nog een keer zijn been gebroken
Hans Sonnemans, conservator museum Prinses Irene Brigade
“Hij stond overal vooraan en was een geboren leider”, vertelt conservator Hans Sonnemans van het museum van de Prinses Irene Brigade in Oirschot. Hij heeft zich jarenlang verdiept in het verhaal van Du Bois. “In Canada heeft hij geholpen met het opzetten van de militaire opleiding daar. Hij heeft er ook contact gehad met Juliana.”
Tekst gaat verder onder de foto
Gedood na aanslag
Du Bois gaat met de Amerikaanse troepen mee tijdens operatie Market Garden in september 1944. Hij is later betrokken bij een reddingsoperatie om omsingelde troepen de Waal over te krijgen. Toen dat mislukte, ging hij het verzet trainen hoe ze met wapens moesten omgaan. Op 4 december 1944 gaat het mis, vertelt Sonnemans.
“Bij de Duitse inval op een boerderij is hij toen gevangen genomen. Daarbij brak zijn been. Omdat ze bang waren dat hij zou vluchten hebben ze later nog een keer zijn been gebroken. Hij is uiteindelijk op 8 maart ’45, samen met andere mannen, geëxecuteerd als represaille na de aanslag op de hoogste SS’er in Nederland, Hanns Rauter. Hij kon nog steeds niet staan dus hebben ze hem, liggend op zijn brancard, doodgeschoten.”
Pas op 25 juli 1945 kreeg zijn familie te horen dat hij overleden was. Abraham Du Bois werd begraven in mausoleum de Paasberg in Ede. In totaal komen zeker acht Noord-Hollands mannen van de Irene Brigade tijdens de strijd in West-Europa om het leven.
Tekst gaat verder onder de foto
“Dit was toch gewoon een ander slag mensen”, vertelt Hans Sonnemans van het museum over de Prinses Irene Brigade in Oirschot. “Ik heb met heel veel mannen gepraat over wat ze hebben meegemaakt. Inmiddels leeft niemand meer.”
Sonnemans is vooral onder de indruk van hun besluitvaardigheid, het gevoel iets te moeten doen. “Om een voorbeeld te geven, het verhaal van een boerenzoon. Hij was de bezetting zat. Stapte op zijn fiets richting Frankrijk, Spanje en maakte vanuit Lissabon de overtocht naar Engeland. Dan sluit hij zich aan bij de brigade en drie jaar later loopt hij, tijdens de bevrijding, zijn dorp weer binnen. Het waren gewoon bijzondere mannen.”