Begin december verstuurde de gemeente Hoorn een dwangsom van 5.000 euro naar één van de graffitispuiters, die bekend staan om de tekens ‘K-R’ en ‘ADOG’. Dit, omdat in augustus 2021 een dader opnieuw op heterdaad werd betrapt dankzij particuliere camerabeelden. Binnen zes weken moest het bedrag door de vandaal worden overgemaakt op de rekening van de gemeente. Inmiddels is het bezwaartermijn verlopen, maar de gemeente heeft in plaats van het openstaande bedrag een bezwaar ontvangen van de graffitivandaal.

Het aangetekende bezwaar van de vandaal zorgt ervoor dat de gemeente zich opnieuw moet buigen over de zaak. “Het klopt inderdaad dat het bezwaartermijn van zes weken is verlopen”, concludeert woordvoerder Marieke van Leeuwen van de gemeente Hoorn. “Het bezwaar wordt begin februari besproken door de Commissie Bezwaarschriften. Daarna volgt een advies aan het college, waarna het college een definitief besluit neemt over het opleggen van de dwangsom.”

Hoger beroep

Op 6 april zal in het Gerechtshof Amsterdam de zaak behandeld worden. Na een optelsom van de gemeente Hoorn, bleek al eerder dat het weghalen van die graffiti-tags naar schatting tussen de 750.000 tot 800.000 euro gaat kosten. De overlast is al jaren ‘een doorn in het oog’ voor de gemeente, die zelf een schadeclaim van 32.000 euro open heeft staan bij de vandalen. 

Geschiedenis van de zaak

In augustus, twee jaar geleden, betrapte de politie twee mannen op heterdaad. Het tweetal werd toen in verband gebracht met de tags ‘K-R’ en ‘ADOG’. Naast het strafrechtelijke traject en het verhalen van de kosten bij de daders, werd door de gemeente een dwangsom opgelegd van 5.000 euro, dat drie jaar geldig is.

Elke keer dat de mannen op heterdaad betrapt worden, moeten zijn een bedrag van 5.000 euro betalen, met een maximum van 20.000 euro. Indien het maximum bedrag is bereikt, kan de gemeente een nieuwe dwangsom aan de graffiti-vandalen opleggen. 

De mannen werden in maart door de rechtbank veroordeeld tot taakstraffen van 50 uur, waarvan 30 uur voorwaardelijk. Ook kregen de vandalen een proeftijd van twee jaar opgelegd. Zowel de veroordeelden als de officier van justitie zijn toen tegen deze uitspraak in beroep gegaan. Pas nadat het hoger beroep is afgehandeld, kan de gemeente de schoonmaakkosten verhalen.