De 30-jarige Richie F. uit Hoorn ontkent iets te maken te hebben met de dood van de 24-jarige Emiel, de tweelingbroer van zangeres S10. Dat bleek maandag in de rechtbank van Haarlem, tijdens de eerste inleidende zitting. “Ik heb niks te maken met de gijzeling, niks te maken met zijn dood. Ik ben onschuldig.” 

De 24-jarige Emiel werd op 16 april zwaargewond aangetroffen onderaan een flat aan de Osdorper Ban in Amsterdam. Hij raakte door de val in coma en bezweek weken daarna aan zijn verwondingen. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) zag hij geen andere uitweg en sprong hij, omdat hij tegen zijn wil in de woning op de vierde verdieping werd vastgehouden.

In totaal zijn er vijf personen aangehouden, van wie er één is vrijgelaten. Vorige maand verscheen een medeverdachte al voor de rechter. Bij de eerste zitting tegen de man uit Hoorn was S10 niet aanwezig, haar moeder wel. 

‘Hij wist precies wat er speelde’

F. wordt verdacht van vrijheidsberoving en doodslag. Een drugsconflict zou mogelijk aan de basis liggen aan de ontvoering. Volgens het OM was F. betrokken bij de voorbereidingen van de ontvoering en ‘wist hij precies wat er speelde’. Ook al was hij op het moment van de fatale val – om 19.02 uur – niet (meer) aanwezig in de flat. 

Volgens het OM was hij er eerder die dag wel en ontmoette hij na de val twee medeverdachten tijdens een ‘nazit’, later die avond in Zwaag. 

Omdat uit het onderzoek is gebleken dat de man uit Hoorn tijdens het overlijden van Emiel niet aanwezig was, was voor de advocaat van F. reden om te pleiten om hem per direct vrij te laten. 

‘Hij heeft er niets mee te maken’

“Het is een heel zware verdenking. Hij weet helemaal niets van een gijzeling en heeft er niets mee te maken. Hoe kan een persoon betrokkenheid hebben bij een val als hij er op dat moment niet is?”

Of F. langer moet vastzitten, wordt morgen bekend. Het OM verwacht nog drie tot zes maanden nodig te hebben voor het onderzoek.

“Ik ben onschuldig”, herhaalde F. nog een keer tijdens het slotwoord. “Verder heb ik niets te zeggen.”