De Hoornse weldoener Patricia van Willigen is woest. De door haar zelf opgezette tenten voor dak- en thuislozen zijn de afgelopen dagen vernield. Intussen staat er weer een nieuwe tent, waar de voornamelijk Poolse mannen in verblijven. “Dat je dit doet tegen mensen die niets hebben, daar snap ik niets van.”  

Het is drassig in park De Hulk in Hoorn. Het is er dinsdagochtend waterkoud en een korte regenbui maakt het er bepaald niet aangenamer op. Naast het gebouw van de plaatselijke kanovereniging staat een tent, die een dag eerder is opgezet. Patricia van Willigen houdt er zoveel mogelijk de wacht.  

Koffie voor dak- en thuislozen

Een kleine vier weken geleden heeft ze op dezelfde plek ook al tenten neergezet. Bestemd voor een groep van zo’n acht mannen, voornamelijk afkomstig uit Polen. Ze hebben geen dak boven hun hoofd en zijn voor een groot deel afhankelijk van Patricia. Zij zet zich al langer in voor dak- en thuislozen, onder meer door op een rijkversierde bakfiets door Hoorn te rijden om een kop koffie, iets te eten of een luisterend oor te bieden.

“Ik ken ze van de straat”, zegt ze. “Sommigen hadden gewoon een baan en zijn al 20 jaar in Nederland. Ik probeer ze op te vangen, bij mij op zolder. Maar het werd een beetje te veel voor mij. Dus heb ik tenten geregeld en die hier neergezet. Zodat ze hier konden eten en slapen.”

“Er werd met stokken op de tenten geslagen en er werden anti AZC-liedjes afgespeeld”

Patrica van Willigen – weldoener uit Hoorn

Dat ging drie weken goed, tot eind vorige week. Toen viel een groep jongeren het geïmproviseerde tentenkamp lastig. “Ze werden bang gemaakt. Er werd geschreeuwd en er werd vuurwerk afgestoken, vlak bij de tenten. Ook werd er met stokken op de tenten geslagen en er werden anti-azc-liedjes afgespeeld. En er werden luchtbedden lek gestoken. Het was verschrikkelijk.”

De ‘bewoners’ vluchten weg en als ze terugkomen, treffen ze één grote bende aan. Tentdoeken zijn kapotgesneden, buizen kapot getrapt. Slaapzakken, eten en andere spullen liggen overal en nergens. “Alles zit onder de modder en is zeiknat. Ik kan alles wassen”, treurt Patricia. 

Tekst gaat verder onder de foto.

Van de tenten is na de vernielingen niets meer over Patricia Hoorn daklozen

Zo ging het vier avonden door. Tot woede en verdriet van Patricia. “Dit is verschrikkelijk. Wat ik vooral jammer vind, is dat ze niet nadenken. Ze hebben geen besef wat ze deze mensen aandoen. Ze zitten hier niet voor de lol buiten. Het is nu bloedjekoud, zeker met die wind en regen. Dat je dit doet tegen mensen die niets hebben, daar snap ik niets van.”   

Toch is ze niet van plan om aangifte van vernieling te doen. “Ik hoop dat ze uit zichzelf excuses komen aanbieden. Dan lossen we het onderling op.”

Er staat nu een nieuwe tent, bestemd voor vier personen. “Die is gesponsord en daar ben ik heel blij mee. Ik houd hier nu regelmatig de wacht”, zegt Patricia. “Even kijken hoe het nu verder gaat hier. Gisteravond heeft hier iemand geslapen. Dat ging goed.”

‘Bed en eten voor iedereen’

De situatie maakt haar emotioneel, want ze trekt zich het lot van deze groep mensen bijzonder aan. “Je ziet grote mannen heel klein worden. Ik vind dat voor iedereen een bed en wat eten moet komen. Overal wordt geld aan uitgegeven, maar niet aan de daklozen. Het is te triest voor woorden.” 

Ze blijft strijden voor de dak- en thuislozen, ook na de vernielingen. “Ik laat me hier niet wegjagen. Door niets of niemand.”