Trien Buis is terug van weggeweest. Ze brengt ons opnieuw prachtige verhalen in het West-Friese dialect. In de eerste aflevering vertelt het alter ego van Marianne Sijm, dat ze gebaseerd heeft op haar grootmoeder, het West-Friese scheppingsverhaal.
“Nôh, wat ik wul vertelle. Ik ben hêel kuin op ôos westfriese taaltje”, aldus Trien. “Alles is ’n hêle toid leden ontstaan en deer is een mooi verhaal over skreven. ’t Skeppingsverhaal.”
De tekst gaat verder.
In het West-Friese scheppingsverhaal zitten ook een paar pareltjes van uitdrukkingen, die we alleen terugvinden in onze regio. Hieronder lees je de vertaling van een paar prachtige West-Friese klassiekers.
“Ik ben redderug van m’n oigen“
Voor iedereen die met twee rechterhanden is geboren. De thuisklusser en de handige Harry. Als je deze uitdrukking gebruikt, geef je aan dat je jezelf wel handig vindt.
“Grôte Griet van Broekerhaven“
Lieve help! Waar je in het Nederlands “mijn hemel” zou uitroepen, doe je dat in het West-Fries met deze uitspraak.
“Kokszoôtje“
Voor de helden in de keuken is dit een bruikbare term. Een kokszoôtje geeft aan hoeveel aardappelen en groenten je nodig hebt voor een goede maaltijd. Als je een kokszoôtje hebt, is dat precies genoeg voor het eten.