Agrariërs in Noord-Holland kunnen houtduiven binnenkort weer gaan bestrijden zoals ze dat vóór 2023 gewend waren. De verwachting is dat verjagen en zo nodig afschieten vanaf februari volgend jaar weer is toegestaan.

Dat meldt de provincie Noord-Holland in een persbericht. 

Na een rechtelijke uitspraak verviel enkele jaren geleden de vrijstelling om houtduiven in Noord-Holland buiten de reguliere winterse jachtperiode te bestrijden.

De schade aan landbouwgewassen die de vogels aanrichtten nam daarna fors toe, evenals de compensatie. Zo moest de provincie vorig jaar 8,5 miljoen euro aan houtduivenschade vergoeden. 

Met een nieuw beheerplan mogen houtduiven volgend jaar weer worden verjaagd zoals voorheen.

Tekst gaat hieronder verder.

Door daarnaast “in beperkte mate” exemplaren af te schieten, leren andere houtduiven in de groep volgens de provincie dat de betreffende akkers onveilig zijn om te blijven, aldus de provincie.

Voor het opzetten van een proef die moet zorgen voor een zorgvuldige uitvoering en goede samenwerking tussen boeren en jagers op agrarische percelen, stelt Noord-Holland één miljoen euro beschikbaar.

Zodra agrariërs houtduiven weer actief in het groeiseizoen kunnen bestrijden, vervalt de mogelijkheid de financiële schade aan gewassen te verhalen.

Dat kan ervoor zorgen dat de elk jaar groeiende kosten voor faunaschade wat worden teruggedrongen. Dit jaar houdt Noord-Holland rekening met ruim 42 miljoen euro, terwijl voor 2026 70 miljoen euro wordt verwacht.

Schade door ganzen 

Een groot deel van de schade wordt aangericht door ganzen. De provincie probeert de grote populatie overzomerende ganzen de komende jaren terug te dringen naar een stabiel laag niveau.

Dat gebeurt onder meer met inzet van afrasteringsnetten en knalapparaten, en als die geen effect hebben met meer afschot. Boeren die last hebben van ganzenschade houden recht op schadevergoeding.